In het reglement van de sportbond KNHS staat dat officials zich “te allen tijde correct, fatsoenlijk en behoorlijk [moeten] gedragen, opdat een positief beeld van de sport wordt overgebracht, ook ten opzichte van de KNHS, de andere officials, de deelnemers of KNHS-sponsors.”. Een lid voert aan dat dit ontoelaatbare beperking van de vrijheid van meningsuiting is. De rechter oordeelt dat dit niet het geval is.
“De bepalingen zien erop toe dat een official zich gedurende de uitoefening van die taak onthoudt van negatieve uitlatingen over de KNHS. Dat laat voldoende ruimte voor de leden van KNHS om zich intern – al dan niet in hoedanigheid van official – kritisch te uiten als de situatie daartoe aanleiding geeft. Ook wordt het KNHS-lid niet beperkt in zijn vrijheid zich kritisch te uiten in het openbaar, mits hij zich daarbij op persoonlijke titel uitlaat en niet in hoedanigheid van official. []. KNHS heeft [] uiteengezet dat [] zij belang heeft bij een (bindende) afspraak binnen de vereniging dat officials niet in het openbaar de strijd aanbinden met elkaar, met leden of met het bestuur van de KNHS. Voor zover officials door de gedragscode worden beperkt in hun vrijheid van meningsuiting, brengt een afweging van de betrokken belangen mee dat die beperking toelaatbaar is.”
De geldigheid van de gedragscode zelf (vordering b), laatste zinsnede)
3.22.
[eiser sub 1] c.s. is van mening dat de inhoud van de gedragscode een ontoelaatbare beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting meebrengt, en daarmee onrechtmatig is. Daarbij verwijst [eiser sub 1] c.s. met name naar de artikelen 2.2. en 2.4 waarin staat:
“(…) 2.2 De official verklaart zich te allen tijde correct, fatsoenlijk en behoorlijk te gedragen, opdat een positief beeld van de sport wordt overgebracht, ook ten opzichte van de KNHS, de andere officials, de deelnemers of KNHS-sponsors. (…)
2.4
De official draagt door gedrag en uitlatingen bij aan een positief imago van de paardensport in het algemeen en het officialkorps in het bijzonder. (…)” Volgens [eiser sub 1] c.s. is het woord ‘positief’ onnodig beperkend en probeert KNHS hiermee te bereiken dat er geen kritiek kan worden geuit door officials.
3.23.
KNHS heeft het volgende toegelicht over de gedragscode. De gedragscode is bedoeld voor officials, en ziet dus ook alleen maar op het gedrag van een official in functie. Van officials wordt een professionele houding verwacht. Dat er in de gedragscode één en ander is opgenomen over negatieve uitingen van officials is bedoeld als kwaliteitsimpuls voor de cultuur. De KNHS heeft de afgelopen jaren geconstateerd dat er op sociale media meedogenloos kritiek werd geleverd op wedstrijdorganisatoren, de prestaties van paardensportbeoefenaars, het functioneren van collega-officials, en de KNHS. Het staat een official vrij om kritiek te leveren als hij het met de gang van zaken binnen KNHS niet eens is, maar van een official wordt verwacht dat hij of zij in gesprek gaat met de KNHS en eventuele misstanden rapporteert. De KNHS wil met de gedragscode dus duidelijkheid bieden over het gebruik van sociale media door officials.
3.24.
Naar het oordeel van de rechtbank levert de inhoud van de gedragscode geen ontoelaatbare inbreuk op de vrijheid van meningsuiting op. De bepalingen zien erop toe dat een official zich gedurende de uitoefening van die taak onthoudt van negatieve uitlatingen over de KNHS. Dat laat voldoende ruimte voor de leden van KNHS om zich intern – al dan niet in hoedanigheid van official – kritisch te uiten als de situatie daartoe aanleiding geeft. Ook wordt het KNHS-lid niet beperkt in zijn vrijheid zich kritisch te uiten in het openbaar, mits hij zich daarbij op persoonlijke titel uitlaat en niet in hoedanigheid van official. Eén en ander blijkt voldoende uit de bewoordingen van de bepaling, in combinatie met de toelichting die KNHS daarop heeft gegeven. KNHS heeft – onweersproken – uiteengezet dat en waarom zij belang heeft bij een (bindende) afspraak binnen de vereniging dat officials niet in het openbaar de strijd aanbinden met elkaar, met leden of met het bestuur van de KNHS. Voor zover officials door de gedragscode worden beperkt in hun vrijheid van meningsuiting, brengt een afweging van de betrokken belangen mee dat die beperking toelaatbaar is.