Ontzetting en stembriefjes

Rechtbank Rotterdam 22 januari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:809

De Vereniging is een volkstuinvereniging in [naam locatie] . [eiseres 1] en [eiseres 2] zijn als lid van de Vereniging ieder rechthebbende op (het plezier van) een volkstuin.

Op 10 oktober 2023 heeft een buitengewone algemene ledenvergadering (BALV) plaatsgevonden, die door een aantal leden van de Vereniging was uitgeschreven. De aanleiding hiervoor was een conflict binnen de Vereniging. 

Tijdens deze BALV zijn [eiseres 1] en [eiseres 2] , naast enkele anderen, benoemd als leden van dit interim-bestuur. [eiseres 1] en [eiseres 2] zijn ook als zodanig ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

De Vereniging heeft een kort geding gevoerd om het interim-bestuur, waarvan [eiseres 1] en [eiseres 2] deel uitmaakten, te laten verbieden om zich uit te geven als het bestuur van de Vereniging. Bij vonnis van 18 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank voorshands geoordeeld dat “ [eiseres 1] en [eiseres 2] betrokken zijn geweest bij de hiervoor al genoemde actie van diverse leden om op onreglementaire wijze het huidige bestuur af te zetten en zichzelf als (interim)bestuursleden te laten benoemen.” Het is [eiseres 1] en [eiseres 2] met onmiddellijke ingang verboden om handelingen te verrichten namens de Vereniging alsof zij bestuurslid zijn, althans zich te presenteren of uit te laten als bestuursleden van de Vereniging. Dat was het eerste kort geding tussen partijen.

Bij brieven van 9 mei 2024 heeft de vereniging aan [eiseres 1] en [eiseres 2] meegedeeld dat het bestuur heeft besloten om [eiseres 1] en [eiseres 2] te ontzetten uit hun lidmaatschap op grond van artikel 8 lid 6 van de statuten. De Vereniging heeft in die brieven gesteld dat (i) [eiseres 1] en [eiseres 2] betrokken zijn geweest bij een coup en (ii) dat de vereniging ondanks de ernstige overtreding van de statuten en het in gevaar brengen van de vereniging heeft geprobeerd tot een oplossing te komen, maar daarin niet is geslaagd omdat [eiseres 1] en [eiseres 2] niet aan de gestelde voorwaarden voldeden. 

Op 6 juni 2024 hebben [eiseres 1] en [eiseres 2] bij de algemene ledenvergadering (hierna: de ALV) beroep aangetekend tegen de ontzettingsbesluiten.

Op 15 juli 2024 heeft de ALV plaatsgevonden. Aan de relevante voorschriften voor het bijeenroepen is voldaan. [eiseres 1] en [eiseres 2] hebben ter ALV hun positie nader toegelicht. Tijdens die vergadering is een telcommissie aangewezen en heeft er een stemming plaatsgevonden. De telcommissie heeft vastgesteld dat zij 61 stembriefjes heeft ontvangen. Daarvan waren 2 stembriefjes ongeldig, waren er 50 stemmen tegen het beroep van [eiseres 1] en [eiseres 2] (dus voor de ontzetting van [eiseres 1] en [eiseres 2] ) en 9 stemmen voor het beroep van [eiseres 1] en [eiseres 2] (dus tegen de ontzetting). Op basis van die stemming is het beroep van [eiseres 1] en [eiseres 2] tegen de ontzettingsbesluiten van 9 mei 2024 afgewezen en is de ontzetting uit het lidmaatschap bij besluit van de ALV bekrachtigd.

De rechtbank: “Dat de bestuursbesluiten tot ontzetting uit het lidmaatschap alleen door de ALV kunnen worden getoetst, is door de Hoge Raad uitgemaakt in HR 14 mei 1965, ECLI:NL:PHR:1965:AD8077, m.nt. G.J. Scholten (Amsterdams Speeltuinverbond). De Hoge Raad verwierp in die zaak het beroep in cassatie tegen de overweging van het hof dat de rechtsgeldigheid van het bestuursbesluit slechts kan worden aangetast door het instellen van beroep. Weliswaar had het lid in dat geval geen gebruik gemaakt van zijn recht op beroep bij de ALV, maar dat maakt geen verschil. Het gaat erom dat óf het ongebruikt laten verstrijken van de beroepstermijn óf het bekrachtigingsbesluit van de ALV de ontzetting pas definitief maakt. De beslissing van de Hoge Raad in HR 18 juni 1982, ECLI:NL:PHR:1982:AG4407, m.nt. J.M.M. Maeijer (De Vries/Elderveld) geeft ook steun aan de opvatting dat de ALV het bestuursbesluit toetst en niet de rechter, maar dan indirect. De Hoge Raad oordeelde in die zaak dat een ordemaatregel vooruitlopend op een besluit van de ALV wél mogelijk is (en een andere maatregel dus niet).”

De regel dat een bestuursbesluit tot ontzetting alleen door de ALV en niet door de rechter kan worden getoetst, lijdt uitzondering als het beroep op de ALV door de vereniging wordt gefrustreerd. Daarvan is in dit geval geen sprake geweest. 

[eiseres 1] en [eiseres 2] hebben aangevoerd dat de bekrachtigingsbesluiten van de ALV van 15 juli 2024 nietig of vernietigbaar zijn. [eiseres 1] en [eiseres 2] hebben hiertoe gesteld dat de besluiten van de ALV op het beroep van [eiseres 1] en [eiseres 2] niet overeenkomstig de statuten tot stand zijn gekomen.

Eén van de formele bezwaren van [eiseres 1] en [eiseres 2] is dat sommige leden meer dan één stem hebben uitgeoefend en op meer dan één volmacht hebben gestemd. [eiseres 1] en [eiseres 2] stellen in dit verband dat “alle tegenstemmers waarschijnlijk dubbel [hebben] gestemd”. De Vereniging heeft dit gemotiveerd betwist onder het overleggen van de presentielijsten van de ALV van 15 juli 2024 en de volmachten, waarop namens de niet aanwezige leden is gestemd (productie 23 van de Vereniging). Er zijn volgens de Vereniging slechts drie leden die zowel een nutstuin als een verblijfstuin hebben en om die reden een dubbel lidmaatschap hebben. Er waren twee leden met een dubbel lidmaatschap op de ALV aanwezig ( [persoon A] en [persoon C] ) en die twee dubbelleden hadden samen vier volmachten. Als de dubbele stemmen en de dubbele volmachten buiten beschouwing worden gelaten, scheelt dat vier stemmen tegen het beroep van [eiseres 1] en [eiseres 2] , aldus de Vereniging.

Dat leidt tot het volgende oordeel. Op zich is het bezwaar van [eiseres 1] en [eiseres 2] terecht. Artikel 12 lid 5 en 6 van de statuten bepalen dat elk lid maar één stem mag uitbrengen en op maar één volmacht mag stemmen. Die verplichtingen zijn geschonden en dat leidt tot nietigheid van de stemmen die in strijd met die verplichtingen zijn uitgebracht. Het meetellen van nietige stemmen is een totstandkomingsgebrek als bedoeld in artikel 2:15 lid 1 onder a BW. Als sprake is van zo’n gebrek kan de rechtbank het besluit vernietigen op vordering van iemand die een redelijk belang heeft bij naleving van de verplichting die niet is nagekomen (artikel 2:15 lid 3 onder a BW). De rechtbank oordeelt echter dat [eiseres 1] en [eiseres 2] geen redelijk belang hebben bij de naleving van de verplichting die niet is nagekomen. Nadat de Vereniging de stelling dat “alle tegenstemmers waarschijnlijk dubbel [hebben] gestemd” gemotiveerd had betwist, had van [eiseres 1] en [eiseres 2] verwacht mogen worden dat zij hun stelling nader zouden onderbouwen. Dat hebben zij niet gedaan en de rechtbank gaat aan die stelling voorbij. Er zijn vier nietige stemmen uitgebracht. Dat betekent dat – na aftrek van vier nietige stemmen – het beroep van [eiseres 1] en [eiseres 2] tegen hun ontzetting met 46 stemmen tegen en 9 stemmen vóór is verworpen. Als de leden [persoon A] en [persoon C] volgens de statuten hadden gestemd, had dat dus niet tot een andere uitslag geleid. Ook in dat geval had de ALV de ontzetting bekrachtigd. Daarom ontbreekt een redelijk belang bij naleving van de geschonden verplichting.

De overige procedurele bezwaren zijn onterecht. De Vereniging heeft toegelicht dat op de ALV 61 leden aanwezig of vertegenwoordigd waren. Er zijn 61 stemmen uitgebracht, waarvan er twee als ongeldig buiten de telling zijn gelaten, omdat de stembriefjes niet goed waren ingevuld. De Vereniging heeft de stembriefjes en het document waarop de telcommissie de uitgebrachte stemmen heeft geturfd overgelegd (productie 20). De op geen enkele manier onderbouwde stellingen van [eiseres 1] en [eiseres 2] die erop neerkomen dat de uitslag niet klopt, zijn met deze stukken niet te verenigen. Ook de bezwaren van [eiseres 1] en [eiseres 2] tegen het instellen van een telcommissie en de manier waarop die telcommissie zijn werk heeft gedaan, worden verworpen. Dat de ALV gebruik heeft gemaakt van een telcommissie is niet bezwaarlijk. De statuten schrijven niets voor over de manier waarop de stemmen geteld moeten worden en het is in dat geval aan de voorzitter van de ALV om te bepalen hoe dat gebeurt. De suggestie dat de telcommissie de uitslag van de stemming zou hebben gemanipuleerd, is op geen enkele manier onderbouwd. Dat de stembriefjes “casual” zijn uitgedeeld en na de stemming in een “grote witte envelop” aan de stemcommissie zijn overhandigd, is evenmin bezwaarlijk. Ook valt niet in te zien, waarom de stem ten aanzien van het beroep van [eiseres 1] en ten aanzien van het beroep van [eiseres 2] op afzonderlijke stembriefjes uitgebracht had moeten worden. Ook hierover zeggen de statuten niets (anders dan dat over personen schriftelijk moet worden gestemd) en het is aan de voorzitter van de ALV om de gang van zaken te bepalen.

[eiseres 1] en [eiseres 2] hebben gesteld dat de discussie tijdens de ALV op 15 juli 2024 niets meer is geweest dan een ordinaire ruzie. De ALV was een schijnvertoning, waar niet inhoudelijk is gesproken over de redenen voor de “coup” op 10 oktober 2023. Er zijn geen vragen gesteld en er zijn geen opmerkingen gemaakt, aldus [eiseres 1] en [eiseres 2] . De rechtbank merkt deze bezwaren aan als een beroep op de redelijkheid en billijkheid die die de Vereniging en degenen die bij haar organisatie zijn betrokken in acht moeten nemen op grond van artikel 2:8 BW. Deze bezwaren kunnen niet leiden tot vernietiging van de bekrachtigingsbesluiten. De bestuursbesluiten, die voor de bekrachtigingsbesluiten de basis zijn geweest, waren duidelijk en concreet. [eiseres 1] en [eiseres 2] wisten waartegen zij hun beroep moesten richten. Dat blijkt uit het beroepschrift van 6 juni 2024 en de aanvulling daarop van 27 juni 2024 met bijlagen (producties 8 en 9 van [eiseres 1] en [eiseres 2] ). [eiseres 1] en [eiseres 2] hebben niet gesteld dat de ALV door het bestuur onvolledig of ondeugdelijk is voorgelicht of dat [eiseres 1] en [eiseres 2] tijdens de ALV hun standpunt niet hebben kunnen toelichten. De ALV bepaalt dan zelf de inhoud van het daarop volgende debat. De Vereniging heeft aan de hand van de notulen gemotiveerd betwist dat er bijna geen vragen zijn gesteld en geen opmerkingen zijn gemaakt. [eiseres 1] en [eiseres 2] zijn daar niet meer op teruggekomen. Daarmee hebben zij die stellingen onvoldoende onderbouwd. Aan het opdragen van bewijs komt de rechtbank daarom niet toe.

De coup tijdens de BALV van 10 oktober 2023 wordt als zodanig door [eiseres 1] en [eiseres 2] niet betwist. Die coup was in strijd met de statuten van de Vereniging: leden kunnen op grond van de statuten van de Vereniging niet zonder meer zelf een BALV uitroepen en zij kunnen ook niet een dag voor de BALV ingrijpende voorstellen agenderen, zoals het ontslag van het bestuur en de benoeming van een nieuw bestuur. [eiseres 1] en [eiseres 2] hebben in hun beroepschrift over de BALV van 10 oktober 2023 en de besluiten die daar zijn genomen geschreven: “Onze huidige advocaat stelde echter op 3 november vast dat de besluiten niet rechtsgeldig waren (…)”, dus daar mocht ook de ALV op 15 juli 2024 vanuit gaan.

Het argument dat [eiseres 1] en [eiseres 2] al zijn gestraft voor het plegen van deze coup doordat zij in oktober 2023 voor een maand zijn geschorst, snijdt geen hout. Kennelijk hebben [eiseres 1] en [eiseres 2] zich van deze schorsing onvoldoende aangetrokken, want er was een kort geding nodig om hen ervan te weerhouden om zich als bestuur van de Vereniging uit te geven (vonnis van 18 december 2023).

Die discussies om de verhoudingen te normaliseren hebben in elk geval tot niets geleid. Inmiddels zijn binnen iets meer dan een jaar vier kort gedingen en een bodemprocedure gevoerd. Ook in 2021 had [eiseres 1] de Vereniging al eens in kort geding betrokken. Op de ALV van 15 juli 2024 heeft [eiseres 2] volgens de transcriptie van die vergadering gezegd: “Ik wil nog wat zeggen, als u het bestuur in wil, onze steun kunt u altijd op rekenen. Wees niet bang hoor, en zorg dat je een rechtsbijstandverzekering hebt. Dan gaan we hier uitkomen. Eerlijkheid duurt het langst.” Dat de ALV op 15 juli 2024 een einde wilde maken aan de onrust binnen de Vereniging, valt te billijken. Ook tegen deze achtergrond is het besluit van de ALV om de ontzetting te bekrachtigen niet kennelijk onredelijk.

De interimvoorzitter laat zich niet wegsturen

Rechtbank Oost-Brabant 25 oktober 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:5081

“Gesteld, onderbouwd en niet weersproken is dat de managementovereenkomst met [gedaagde 1] met ingang van 27 juli 2024 rechtsgeldig is beëindigd. Dat betekent dat [gedaagde 1] vanaf die datum geen interim voorzitter meer is van het bestuur van Vereniging [eiser] en dat hij zich ook niet meer als zodanig naar buiten toe mag presenteren.

Uit de overgelegde stukken blijkt dat [gedaagde 1] dat wel heeft gedaan. Hij heeft in correspondentie aan leden herhaaldelijk bericht dat hij zich niet neerlegt bij de beëindiging van zijn interim-voorzitterschap. Ook heeft hij samen met [gedaagde 2] de vergadering van 28 augustus 2024 bijeengeroepen en heeft hij die vergadering ook voorgezeten. Door zich na 27 juli 2024 in strijd met de feitelijke situatie nog te presenteren als interim-voorzitter van Vereniging [eiser] handelt [gedaagde 1] onrechtmatig.”

De aanloop: “Op 4 februari 2024 heeft Vereniging [eiser] een managementovereenkomst gesloten met [gedaagde 1] . Uit hoofde van die overeenkomst is aan [gedaagde 1] de opdracht verstrekt om met ingang van die datum het functionele voorzitterschap over Vereniging [eiser] te voeren. [gedaagde 1] werd daarmee interim voorzitter. De managementovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd. [gedaagde 1] is geen lid (geweest) van Vereniging [eiser] en is ook nooit formeel benoemd tot bestuurder. “

  • De persoon “gedaagde 1” was dus niet de statutaire voorzitter van de vereniging.

“Er is tijdens een bijeenkomst op 28 augustus 2024 onder voorzitterschap van [gedaagde 1] wel besloten tot schorsing van [B] als voorzitter van het bestuur. Vereniging [eiser] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het besluit tot schorsing niet rechtsgeldig is genomen omdat niet is voldaan aan alle vereisten die de wet, verwijzend naar de statuten, daaraan stelt. Voorshands is voldoende aannemelijk geworden dat niet aan het quorum voor de wel zo genoemde ALV was voldaan.†
In artikel 12 lid 1 van de statuten is bovendien bepaald welke procedure moet worden gevolgd bij een schorsing. Daaruit volgt (onder meer) dat [B] of zijn gemachtigde tijdens de vergadering het woord moet kunnen voeren. Die kans is hem kennelijk niet gegeven. [B] was zelf ziek en heeft mr. [C] als zijn gevolmachtigde naar de vergadering gestuurd. Laatstgenoemde is de toegang geweigerd. Daarbij doet [gedaagde 2] een beroep op artikel 12 lid 4 van de statuten. Vereniging [eiser] stelt echter terecht dat die bepaling uitsluitend betrekking heeft op het uitbrengen van een stem namens een lid: in dat geval moet de gevolmachtigde ook stemgerechtigde zijn. Die situatie doet zich hier niet voor. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is daarmee voldoende voorshands aannemelijk dat het schorsingsbesluit nietig dan wel vernietigbaar is, zodat in dit kort geding niet van een schorsing van [B] zal worden uitgegaan.”

† – het is mij onduidelijk wat hiermee bedoeld wordt.

“Zoals hierboven is overwogen is voldoende aannemelijk dat de besluiten die zijn genomen op de vergadering van 28 augustus 2024 nietig of vernietigbaar zijn. Eén van die besluiten strekt tot schorsing van [B] als voorzitter van het bestuur van Vereniging [eiser] . Vereniging [eiser] heeft er voldoende belang bij dat het [gedaagde 1] wordt verboden om aan die besluiten uitvoering te geven. “

“Onder C. vordert Vereniging [eiser] onder meer om [gedaagde 2] te bevelen een actuele ledenlijst te vertrekken. Aangenomen mag worden dat [gedaagde 2] in zijn hoedanigheid van secretaris de beschikking had over een ledenlijst. Niet valt in te zien hoe hij anders zijn functie van secretaris heeft kunnen uitvoeren. Daarbij hoort bovendien het actueel houden van de ledenlijst. Vereniging [eiser] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij er belang bij heeft om over de lijst te kunnen beschikken. [gedaagde 2] zal daarom veroordeeld worden om die lijst, geactualiseerd tot de datum dat [gedaagde 2] is uitgeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel als secretaris van Vereniging [eiser] , te verstrekken. “

ALV door leden – geldig

 Rechtbank Amsterdam 21 juli 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:3803

  • Meer dan 10% van de leden vraagt om een ALV, het bestuur weigert (geeft aan dat het een ALV op langere termijn wil houden), de verzoekers zetten door en organiseren zelf de ALV waar een nieuw bestuur gekozen wordt. Is de bestuursverkiezing geldig?
    • Een cruciaal detail is dat de beheerder van de website kennelijk één van de verzoekers was, in elk geval konden de verzoekers kennelijk alle leden mailen.
    • De verzoekers hebben ook bewijs bewaard dat ze alle leden gemaild hadden en dat ingebracht in de procedure. 
  • De verzoekers hebben van alle stappen bewijs en overtuigen de rechtbank dat de ALV geldig was.
    • Met name is er een grondige presentielijst met namen, geboortedata en handtekeningen, en zijn alle stembiljetten bewaard en ingebracht als bewijs in de rechtszaak. 
  • “Overwogen wordt als volgt. Volgens eisers heeft [de vereniging] op dit
    moment ongeveer 185 leden. De brief van 31 augustus 2021 (zie 2.5) is opgesteld
    namens 30 leden, waardoor is voldaan aan het getalscriterium dat is opgenomen
    in artikel 15 lid 4 sub a van de statuten. De oproep aan alle leden van 19
    september 2021 (zie 2.7) voldoet voorshands aan de daaraan te stellen eisen.
    Die oproep is geplaatst op [website] , de officiële website van [de vereniging]
    (zie r.o. 2.2 van het vonnis van 21 juli 2021). Gedaagden [= de verzoekers om de ALV] hebben aan de hand
    van een in het geding gebrachte lijst met leden aangetoond dat de oproep per
    e-mail naar 183 leden is verstuurd. Niet is betwist dat die 183 leden
    daadwerkelijk lid zijn van [de vereniging] . Leden die niet beschikken over een
    e-mailadres hebben volgens de oproep zelf en volgens de verklaring van
    gedaagden een brief ontvangen. Weliswaar is die brief niet in het geding
    gebracht, maar volgens de verklaring van [eiser 2] ter zitting gaat het om
    slechts zes leden die geen e-mailadres hebben en zou dit de stemming niet
    hebben beïnvloed. Al met al bestaan voorshands geen aanwijzingen dat een
    noemenswaardig aantal leden de oproep niet heeft gehad. “
  • “Verder is door
    gedaagden [de verzoekers om de ALV] op transparante wijze vastgelegd dat 54 leden zijn verschenen, in
    persoon of bij volmacht. De aanwezigheidslijst met namen, handtekeningen en
    geboortedata is in het geding gebracht, alsmede de desbetreffende volmachten.
    Ook alle stembiljetten zijn in het geding gebracht ter onderbouwing van het
    feit dat 51 stemmen zijn uitgebracht en dat de voorgestelde kandidaten tot
    bestuurslid zijn gekozen. De conclusie tot zover is dat de ALV van 4 oktober
    2021 op de juiste wijze bijeen is geroepen en dat de verkiezing van de vier
    bestuursleden op rechtsgeldige wijze heeft plaatsgevonden.”

Bestuursverkiezing ongeldig

  • Tijdens november 2020 wordt een verkiezing van bestuursleden digitaal gehouden.
  • ” Wij verzoeken de leden hun stem uiterlijk zaterdag 14 november 2020 te versturen naar [e-mailadres]” 
  • Het bestuur maakt de uitslag bekend in een nieuwsbrief. 
  • Zijn de bestuursleden zo geldig benoemd?
  • De rechtbank oordeelt van niet.
  • ” In de eerste helft van november 2020 heeft dus geen ALV plaatsgevonden, maar hooguit een ‘ledenraadpleging’. Voor zover geoordeeld zou kunnen worden dat deze ‘ledenraadpleging’ toch als een ALV of mogelijk als een ‘digitale ALV’ zou kunnen worden aangemerkt, dan geldt het volgende. Op geen enkele wijze is komen vast te staan dat alle leden op correcte wijze (per e-mail of per brief) zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de ‘ALV’ waarin de stemming voor de nieuwe bestuursleden plaatsvond. Evenmin is duidelijk of en hoe de leden de stemming (via elektronische weg) konden volgen. Ook is niet duidelijk of de personen die hebben gestemd zijn geïdentificeerd als lid van [gedaagde 4] (zie artikel 2:38 lid 7 BW). Tot slot is niet duidelijk hoe en door wie de telling van de stemmen heeft plaatsgevonden en of een en ander nog is gecontroleerd door een derde partij.”
  • De benoeming is dus ongeldig. 
  • In december 2020 zijn er tijdens een “ALV” weer bestuursleden benoemd. De vraag is of deze vergadering wel een ALV was. De rechtbank oordeelt van niet.
  • ” In artikel 15 lid 3 van de statuten is bepaald dat een ALV wordt bijeengeroepen door het bestuur. Volgens [de ene groep bestuursleden] is op de bestuursvergadering van 21 november 2020 besloten om op 17 december 2020 een ALV te houden. Voorshands kan […]  niet worden uitgegaan van de juistheid van de ‘notulen’ van de bestuursvergadering van 21 november 2020, die kennelijk achteraf zijn opgemaakt door [gedaagde 5] , op dat moment geen bestuurslid, en die niet zijn goedgekeurd op een volgende bestuursvergadering, zoals artikel 14 lid 3 van de statuten vereist. ” 
  • ” Er kan dan ook niet vanuit worden gegaan dat op die bestuursvergadering rechtsgeldig is besloten tot het houden van een ALV op 17 december 2020. Ook kan er niet vanuit worden gegaan dat de uitnodigingen voor de ALV van 17 december 2020 rechtsgeldig aan alle leden zijn verzonden, te meer nu die uitnodiging (ook) is geplaatst op een website die tot dan toe niet als de ‘officiële’ website van [gedaagde 4] kon worden aangemerkt.” 
  • Daarmee zijn de besluiten genomen in de vergadering van 17 december ongeldig.
  • Daarmee blijven alleen de vier bestuursders van voor de “ledenraadpleing” van november over. 
  • De rechtbank, tot slot: ” Het toeval wil dat het vierkoppige bestuur bestaat uit twee bestuurders uit het ‘kamp’ van eisers en twee uit het ‘kamp’ van gedaagden. Het conflict tussen eisers en gedaagden vindt zijn oorzaak in de samenwerking met Stichting ASD. Naar aanleiding van negatieve verhalen over die stichting bij andere voetbalverenigingen is [eiser 1] een ‘antecedentenonderzoek’ gaan doen, dat kwaad bloed heeft gezet bij gedaagden. Eisers willen, anders dan gedaagden, die samenwerking stopzetten. Het is nu aan het bestuur, bestaande uit [eiser 2] , [eiser 3] , [gedaagde 1] en [gedaagde 2] , om een ALV uit te schrijven, waarin beide kampen hun toekomstplannen voor [gedaagde 4] kunnen presenteren (en de daarbij behorende bestuursleden kunnen voordragen). Het is dan uiteindelijk aan de leden om te beslissen hoe de toekomst van [gedaagde 4] eruit ziet. Aan de vier bestuursleden wordt in overweging gegeven om een neutrale ‘procesbegeleider’ aan te stellen die mogelijk ook de ALV kan voorzitten.” 

Rechtbank Amsterdam 21 juli 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:3803

De feiten

2.1.

[gedaagde 4] (hierna: [gedaagde 4] ) is een voetbalvereniging. In de statuten van de vereniging is onder meer het volgende opgenomen:
-de algemene ledenvergadering (ALV) benoemt de bestuursleden (artikel 9 lid 1);
-in de eerste bestuursvergadering stelt het bestuur in onderling overleg de taken van de bestuursleden vast (artikel 9 lid 4);
-de ALV kan met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen bestuursleden schorsen en ontslaan (artikel 9 lid 6);
-van het verhandelde in een vergadering van een orgaan van de vereniging worden notulen opgemaakt die op de eerstvolgende vergadering van dat orgaan dienen te worden goedgekeurd (artikel 14 lid 3);
-een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of de statuten is nietig
(artikel 14 lid 4);
-de ALV wordt bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van tenminste 14 dagen; de bijeenroeping geschiedt door middel van een aan alle leden te zenden schriftelijke kennisgeving en/of via een langs elektronische weg toegezonden bericht, met gelijktijdige vermelding van de agenda (artikel 15 lid 3);
-van het verhandelde in elke ALV worden door een bestuurslid notulen gemaakt (artikel 16 lid 2).

2.2.

De website van [gedaagde 4] is [website 1] .

2.3.

In 2020 bestond het bestuur van [gedaagde 4] uit de volgende personen: [naam 2] (voorzitter); [eiser 2] (eiseres sub 2, secretaris); [eiser 3] (eiser sub 4, wedstrijdzaken); [gedaagde 1] (gedaagde sub 1, penningmeester) en [gedaagde 2] (gedaagde sub 2, jeugdzaken).

2.4.

Per 30 juni 2020 is [naam 2] afgetreden als bestuurslid.

2.5.

Eisers hebben een (ongedateerde) uitnodiging in het geding gebracht waarin de leden van [gedaagde 4] zijn uitgenodigd voor een op 26 oktober 2020 te houden ALV met als agendapunt 9 “Samenstelling bestuur”. Toelichting op dit agendapunt is dat [naam 2] zijn functie als voorzitter heeft neergelegd en dat [eiser 3] herkiesbaar is. Verder draagt het bestuur de leden [gedaagde 3] (gedaagde sub 3), [eiser 1] (eiser sub 1) en [eiser 3] (eiser sub 3) voor als nieuwe bestuursleden.

2.6.

Op 1 november 2020 heeft het bestuur aan de leden van [gedaagde 4] het volgende bericht verstuurd:
“Afgelopen maandag, 26 oktober zou de Algemene Ledenvergadering (ALV) plaatsvinden. Door het stijgend aantal Covid-19 besmettingen was het niet verantwoord de bijeenkomst door te laten gaan. (…)
De ALV is tot nader order uitgesteld. Wel staat er een punt op de agenda waarvoor uitstel niet gewenst is. Het betreft benoeming van nieuwe bestuursleden. Op dit moment is het bestuur krap bezet en met het huidige ambitieniveau is dat zeer ongewenst. Hoe eerder de kandidaten benoemd worden hoe eerder zij namens de vereniging kunnen optreden. Dat is de rede om de leden nu te benaderen en te vragen om de bijlagen waarin de kandidaten zich voorstellen en hun kandidaatstelling motiveren, te lezen en vervolgens te stemmen. Daar de overheid aanraadt contacten zoveel mogelijk te mijden is er een noodwet aangenomen die het mogelijk maakt zaken digitaal te behandelen.
Op de volgende pagina vind je de namen van de drie kandidaten.
Wij verzoeken de leden hun stem uiterlijk zaterdag 14 november 2020 te versturen naar [e-mailadres]
Het bestuur van [gedaagde 4] ”.

2.7.

Op 15 november 2020 heeft [gedaagde 4] een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Stichting Acadamy of Skills Development (Stichting ASD), ook wel Damsko Football Academy genoemd. Namens [gedaagde 4] is deze overeenkomst ondertekend door [eiser 2] en [gedaagde 1] .

2.8.

Op 16 november 2020 heeft het bestuur de leden bericht dat 41 geldige stemmen zijn uitgebracht en dat [eiser 1] , [gedaagde 3] en [eiser 3] in het bestuur zijn gekozen. In het bericht is opgenomen:
“De uitslag zal nog een keer worden gecontroleerd door een onafhankelijk persoon maar dat zal de uitslag niet doen wijzigen.”
Vervolgens hebben de bestuursleden [gedaagde 3] , [eiser 2] , [gedaagde 2] , [gedaagde 1] en [eiser 3] in een WhatsAppgroep “Oud/Huidige Bestuur BW” [eiser 1] gekozen tot voorzitter van het bestuur. Hij is per 17 november 2020 bij de Kamer van Koophandel (KvK) als voorzitter geregistreerd. Ook [eiser 3] en [gedaagde 3] zijn per die datum als bestuurslid geregistreerd bij de KvK.

2.9.

In een nieuwsbrief van het bestuur van december 2020 is onder meer het volgende vermeld:
“(…)

In de eerste helft van november heeft u de gelegenheid gehad om drie kandidaat-bestuursleden te benoemen. Uit deze verkiezing kwam naar voren dat een meerderheid van de leden die stemde de drie kandidaten haar vertrouwen gaf en dat zij het vierkoppige bestuur komen versterken. Dat betekent dus dat het huidige bestuur met [gedaagde 3] , [eiser 1] en [eiser 3] is uitgebreid tot een zevenkoppig bestuur.

(…)
De Algemene ledenvergadering (ALV) is eerder uitgesteld in verband met het Covid-19 virus. We hebben besloten de ALV voorlopig naar begin 2021 te verschuiven daar een vergadering in een binnenruimte voorlopig niet mogelijk is als we alle leden de kans willen geven die bij te wonen.

(…)”.
In de dagvaarding wordt het zevenkoppige bestuur ook het ‘November-bestuur’ genoemd.

2.10.

Op 21 november 2020 heeft een bestuursvergadering plaatsgevonden. Hierbij waren tevens (namens Stichting ASD) [gedaagde 6] en [gedaagde 5] aanwezig (gedaagden sub 5 en 6). [gedaagde 5] heeft van deze vergadering ‘notulen’ opgesteld. In die notulen is onder meer opgenomen dat een datum voor een (digitale) ALV is vastgesteld op 17 december 2020. Ook is hierin opgenomen dat alle aanwezige bestuursleden unaniem hun akkoord hebben gegeven om [gedaagde 5] en [gedaagde 7] (gedaagde sub 7) tijdens de ALV van 17 december 2020 voor te dragen als leden van het bestuur.

2.11.

Na de bestuursvergadering van 21 november 2021 is binnen het zevenkoppige November-bestuur verschil van mening ontstaan over de samenwerking met Stichting ASD (zie 2.7). Vier van de zeven bestuursleden (eisers in dit kort geding) distantiëren zich van verdere samenwerking met Stichting ASD. [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] (gedaagden sub 1, 2 en 3) ondersteunen de samenwerking met Stichting ASD.

2.12.

Op 2 december 2020 is op de website [website 2] een aankondiging geplaatst voor een digitale ALV op 17 december 2020.

2.13.

Op 4 december 2020 heeft [gedaagde 1] [eiser 1] , [gedaagde 3] en [eiser 3] bij de KvK uitgeschreven als bestuursleden. [eiser 2] heeft hiertegen op 10 december 2020 bezwaar gemaakt bij de KvK.

2.14.

Bij brief van 7 december 2020 van Fundati Juridisch Advies is namens 132 leden van [gedaagde 4] aan [eiser 2] en [eiser 3] bericht dat hun ontslag zal worden voorgesteld op de ALV van 17 december 2020 en dat zij met ingang van 5 december 2020 zijn geschorst, een en ander onder verwijzing naar artikel 9 lid 6 van de statuten.

2.15.

In een nieuwsbrief van het bestuur van 8 december 2020 (afkomstig van [eiser 1] , [eiser 2] , [eiser 3] en [eiser 3] , eisers in dit kort geding) is onder meer opgenomen dat de op de website [website 2] voor 17 december 2020 aangekondigde ALV niet rechtsgeldig is.

2.16.

In notulen van de op 17 december 2020 gehouden ALV staat dat vijf nieuwe bestuurders zijn benoemd, te weten [gedaagde 6] en [gedaagde 5] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] en [gedaagde 9] . Ook is hierin opgenomen dat [eiser 3] zich niet meer herkiesbaar heeft gesteld en dat [eiser 2] heeft afgezien van samenwerking met het nieuwe bestuur.

2.17.

Op 18 december 2020 is op Facebook een bericht verschenen waarin staat dat de website van [gedaagde 4] is gewijzigd ( [website 2] ) en dat het nieuwe bestuur bestaat uit [gedaagde 5] en [gedaagde 6] , [gedaagde 1] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 3] , [gedaagde 2] , [gedaagde 9] en [eiser 2] .

2.18.

Nadien is het geschil tussen eisers en gedaagden voorgelegd aan de Arbitragecommissie van de KNVB, maar die heeft zich onbevoegd verklaard.

2.19.

Op 3 juni 2021 heeft de KvK het op 10 december 2020 ingediende bezwaar (zie 2.13) gegrond verklaard en de inschrijving dienovereenkomstig aangepast. Dit betekent dat thans als bestuurders van [gedaagde 4] staan geregistreerd [gedaagde 1] , [eiser 2] , [eiser 3] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [eiser 3] en [eiser 1] .

3Het geschil in conventie

3.1.

Eisers vorderen – kort gezegd – het volgende:
1. gedaagden te verbieden enige handeling te verrichten die het November-bestuur belemmert zijn rol als bestuur van [gedaagde 4] uit te oefenen;
2. gedaagden te verbieden [gedaagde 6] en [gedaagde 5] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] en [gedaagde 9] op enige manier te erkennen als bestuurder van [gedaagde 4] ;
3. gedaagden te gebieden om alle leden van [gedaagde 4] op de hoogte te brengen dat het November-bestuur het enige geldige bestuur is;

4. gedaagden te gebieden de website [website 2] offline te halen en te houden;
5. gedaagden te gebieden alle handelingen te verrichten die ervoor zorgen dat het November-bestuur zijn taak als bestuur kan vervullen, waaronder het verschaffen van de benodigde sleutels, het verlenen van toegang tot de officiële website van [gedaagde 4] ( [website 1] ), het verlenen van toegang tot Sportlink en het verstrekken van de financiële administratie aan de penningmeester;
6. een en ander op straffe van dwangsommen; en
7. met veroordeling van gedaagden in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.2.

Eisers stellen hiertoe – samengevat weergegeven – dat de ALV van 17 december 2020 niet op de door de statuten (zie artikel 15 lid 3) voorgeschreven wijze is bijeengeroepen. Op die ALV konden dus geen geldige besluiten worden genomen. Ook de benoeming van gedaagden als bestuursleden is dus nietig. Gedaagden zijn bezig met een coup. Zo is onder meer de oude website uit de lucht gehaald en een nieuwe website gelanceerd, waartoe eisers geen toegang hebben. Ook hebben eisers geen toegang meer tot het voetbalcomplex (omdat de sloten zijn veranderd) en zijn [eiser 2] en [eiser 3] “geschorst”. Tot slot hebben gedaagden ervoor gezorgd dat [eiser 3] zijn rol als wedstrijdsecretaris niet meer kan uitoefenen omdat zijn toegang tot de KNVB-site Sportlink is geblokkeerd.

3.3.

Gedaagden hebben – samengevat weergegeven – als volgt verweer gevoerd. Niet hun benoeming in december 2020 is nietig, maar juist de benoeming van [eiser 1] en [eiser 3] in november 2020. Die laatste benoeming heeft niet op een ALV plaatsgevonden. Niet staat vast dat de leden van [gedaagde 4] de “vergadering” hebben kunnen volgen en of de stemming zorgvuldig heeft plaatsgevonden.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4Het geschil in reconventie

4.1.

Gedaagden vorderen onder verwijzing naar hun verweer in conventie – kort gezegd – het volgende:
Primair:

[eiser 1] en [eiser 3] te verbieden enige handeling te verrichten als bestuurslid, eisers te gebieden medewerking te verlenen aan de uitschrijving van [eiser 1] en [eiser 3] bij de KvK per 17 november 2020 en eisers te gebieden medewerking te verlenen aan inschrijving van [gedaagde 5] en [gedaagde 6] , [gedaagde 7] en [gedaagde 8] in de KvK per 16 december 2020, een en ander op straffe van dwangsommen;
Subsidiair:
– het bestuur van [gedaagde 4] te gebieden binnen drie maanden een ALV te organiseren op de volgens de statuten voorgeschreven wijze, de benoeming van minimaal één nieuw bestuurslid te agenderen, zich in de tussentijd te onthouden van voor [gedaagde 4] ingrijpende besluiten en alleen die besluiten te nemen die noodzakelijk zijn voor de operationele continuïteit van [gedaagde 4] ;
– [eiser 1] en [eiser 3] te verbieden enige handeling te verrichten als bestuurslid en hen te gebieden medewerking te verlenen aan hun uitschrijving bij de KvK per 17 november 2020, een en ander op straffe van dwangsommen;
met veroordeling van eisers in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

4.2.

Eisers hebben verweer gevoerd in lijn met hun stellingen in conventie.

4.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.

Vanwege de samenhang worden de vorderingen in conventie en reconventie gezamenlijk besproken.

Benoeming bestuursleden november 2020
5.2. Bestuursleden van [gedaagde 4] moeten worden benoemd in een ALV (artikel 9 lid 1 van de statuten). Dit volgt ook uit artikel 2:37 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW). In november 2020 heeft geen ALV plaatsgevonden. Die ALV zou immers plaatsvinden op 26 oktober 2020, maar is blijkens de onder 2.6 geciteerde mededeling van het bestuur tot nader order uitgesteld.

5.3.

In de eerste helft van november 2020 heeft dus geen ALV plaatsgevonden, maar hooguit een ‘ledenraadpleging’. Voor zover geoordeeld zou kunnen worden dat deze ‘ledenraadpleging’ toch als een ALV of mogelijk als een ‘digitale ALV’ zou kunnen worden aangemerkt, dan geldt het volgende. Op geen enkele wijze is komen vast te staan dat alle leden op correcte wijze (per e-mail of per brief) zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de ‘ALV’ waarin de stemming voor de nieuwe bestuursleden plaatsvond. Evenmin is duidelijk of en hoe de leden de stemming (via elektronische weg) konden volgen. Ook is niet duidelijk of de personen die hebben gestemd zijn geïdentificeerd als lid van [gedaagde 4] (zie artikel 2:38 lid 7 BW). Tot slot is niet duidelijk hoe en door wie de telling van de stemmen heeft plaatsgevonden en of een en ander nog is gecontroleerd door een derde partij.

5.4.

De conclusie tot zover is dan ook dat het besluit van 16 november 2020 tot benoeming van [eiser 1] , [gedaagde 3] en [eiser 3] als bestuursleden van [gedaagde 4] nietig is in de zin van artikel 2:14 BW omdat het besluit niet is genomen op een ALV, dan wel is genomen op een wijze die in strijd is met fundamentele totstandkomingsvoorschriften.

ALV 17 december 2020
5.5. In artikel 15 lid 3 van de statuten is bepaald dat een ALV wordt bijeengeroepen door het bestuur. Volgens gedaagden is op de bestuursvergadering van 21 november 2020 besloten om op 17 december 2020 een ALV te houden. Voorshands kan gezien het verweer van eisers niet worden uitgegaan van de juistheid van de ‘notulen’ van de bestuursvergadering van 21 november 2020, die kennelijk achteraf zijn opgemaakt door [gedaagde 5] , op dat moment geen bestuurslid, en die niet zijn goedgekeurd op een volgende bestuursvergadering, zoals artikel 14 lid 3 van de statuten vereist. Er kan dan ook niet vanuit worden gegaan dat op die bestuursvergadering rechtsgeldig is besloten tot het houden van een ALV op 17 december 2020. Ook kan er niet vanuit worden gegaan dat de uitnodigingen voor de ALV van 17 december 2020 rechtsgeldig aan alle leden zijn verzonden, te meer nu die uitnodiging (ook) is geplaatst op een website die tot dan toe niet als de ‘officiële’ website van [gedaagde 4] kon worden aangemerkt.

5.6.

De conclusie is dan ook, net als onder 5.4, dat het besluit op de ‘ALV’ van 17 december 2020 tot benoeming van [gedaagde 6] , [gedaagde 5] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] en [gedaagde 9] als bestuursleden van [gedaagde 4] nietig is in de zin van artikel 2:14 BW omdat het besluit niet is genomen op een rechtsgeldige ALV, dan wel is genomen op een wijze die in strijd is met fundamentele totstandkomingsvoorschriften.

Stand van zaken
5.7. Voorshands moet dan ook worden teruggevallen op de situatie van vóór november 2020. Dit houdt in dat het bestuur van [gedaagde 4] thans bestaat uit [eiser 2] , [eiser 3] , [gedaagde 1] en [gedaagde 2] . De vorderingen over en weer zullen in zoverre worden toegewezen, dat deze vier bestuursleden hun werkzaamheden onbelemmerd (moeten) kunnen doen (met dien verstande dat zij, zoals in reconventie gevorderd, alleen besluiten mogen nemen om de operationele continuïteit van [gedaagde 4] te waarborgen), dat zij bij de KvK moeten worden geregistreerd (en anderen moeten worden uitgeschreven) en dat zij op de in de statuten (en de wet) voorgeschreven wijze een ALV moeten uitschrijven.

5.8.

Aan de veroordelingen zullen geen dwangsommen worden verbonden. Dit zet de reeds verstoorde verhoudingen tussen partijen alleen maar verder op scherp, terwijl [eiser 2] , [eiser 3] , [gedaagde 1] en [gedaagde 2] toch nog enige tijd samen verder moeten als bestuur van [gedaagde 4] . Opleggen van een dwangsom ligt bovendien niet in de rede nu partijen hun werk op vrijwillige basis doen.

5.9.

Noch in conventie noch in reconventie is gevorderd dat [gedaagde 3] moet worden uitgeschreven uit de registers van de KvK. Uit het voorgaande vloeit echter voort dat het voor zich spreekt dat dat moet gebeuren. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat [eiser 2] , [eiser 3] , [gedaagde 1] of [gedaagde 2] dit op zich zullen nemen.

Wat nu?
5.10. Het toeval wil dat het vierkoppige bestuur bestaat uit twee bestuurders uit het ‘kamp’ van eisers en twee uit het ‘kamp’ van gedaagden. Het conflict tussen eisers en gedaagden vindt zijn oorzaak in de samenwerking met Stichting ASD. Naar aanleiding van negatieve verhalen over die stichting bij andere voetbalverenigingen is [eiser 1] een ‘antecedentenonderzoek’ gaan doen, dat kwaad bloed heeft gezet bij gedaagden. Eisers willen, anders dan gedaagden, die samenwerking stopzetten. Het is nu aan het bestuur, bestaande uit [eiser 2] , [eiser 3] , [gedaagde 1] en [gedaagde 2] , om een ALV uit te schrijven, waarin beide kampen hun toekomstplannen voor [gedaagde 4] kunnen presenteren (en de daarbij behorende bestuursleden kunnen voordragen). Het is dan uiteindelijk aan de leden om te beslissen hoe de toekomst van [gedaagde 4] eruit ziet. Aan de vier bestuursleden wordt in overweging gegeven om een neutrale ‘procesbegeleider’ aan te stellen die mogelijk ook de ALV kan voorzitten.

5.11.

Aangezien partijen zowel in conventie als in reconventie over en weer gedeeltelijk in het (on)gelijk zijn gesteld, worden de proceskosten verrekend in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Impasse in een vereniging ‘zonder leden’.

 Een kleine politieke partij krijgt in 2005 redelijk normale statuten. In 2014 kondigt de voorzitter tevens oprichter aan dat de partij vanaf dan geen leden meer heeft. De statuten worden niet aangepast. In februari 2020 schrijft die voorzitter (eiser in deze procedure) 1 persoon in als mede-bestuurslid in bij de KvK (die gedaagde is in deze procedure). 

  • ” eiser] heeft [gedaagde] per 25 september 2020 uitgeschreven als bestuurslid van Forza! uit het handelsregister en de heren [F] en [G] ingeschreven als nieuwe bestuursleden. [gedaagde] heeft hiertegen bezwaar gemaakt, welk bezwaar op 7 januari 2021 gegrond is verklaard door de Kamer van Koophandel (hierna: KVK) omdat er aan de uit- en inschrijving geen besluiten van de ledenvergadering van Forza! ten grondslag lagen. [eiser] heeft hiertegen beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Op dat beroep is nog niet beslist. Op 24 november 2020 is de statutaire bestuurstermijn (zes jaar) van [eiser] verstreken (artikel 8 lid 2 van de statuten).
  • Op 9 januari 2021 heeft [eiser] opnieuw een poging gedaan om [gedaagde] uit te schrijven uit het handelsregister als bestuurder van Forza!, dimaal met inschrijving van mevrouw [A] als opvolgend bestuurslid per 1 januari 2021. Deze opgaven zijn op 10 januari 2021 geregistreerd. Ook hiertegen is door [gedaagde] op 12 januari 2021 bezwaar gemaakt.  … Dit bezwaar is bij besluit van de KVK van 2 maart 2021 gegrond is verklaard. De KVK heeft de registratie in het handelsregister weer aangepast naar de situatie van vóór september 2020, in welke situatie [eiser] en [gedaagde] als enig bestuurders van de vereniging ingeschreven stonden. “
  •  [gedaagde] heeft daarnaast op 12 januari 2021 de fractie van Forza! in Haarlemmermeer laten weten dat [eiser] feitelijk geen bestuurder meer was omdat zijn bestuurstermijn van 6 jaar was verstreken zonder dat hij opnieuw is benoemd.
  • Verder is er geen ledenadministratie en kan er dus geen ALV worden georgansieerd om uit de impasse te komen.
  • ” De voorzieningenrechter houdt de betrokkenen tenslotte voor dat het hem voorkomt dat op de volgende wijze uit dit moeras kan worden gekomen.

    Partijen kiezen een persoon die goed ingevoerd is in het functioneren van lokale politieke instituties en in wie zij voldoende vertrouwen hebben. Zij vragen die persoon om:

    • aan de hand van een door zowel [eiser] als [gedaagde] aangeleverde lijst van leden/participanten van Forza!, welke leden/participanten in een bijlage zelf aangeven waaruit hun betrokkenheid bestaat of heeft bestaan, een lijst van leden/participanten op te stellen;

    • in overleg met het zittende bestuur een buitengewone vergadering uit te schijven, met als doel een ordelijke herstart, en een voor dat doel geëigende agenda op te stellen. Tot deze vergadering worden alle personen die op de zojuist genoemde lijst zijn geplaatst opgeroepen, teneinde daar te worden toegelaten als lid;

    • personen die niet op die lijst zijn geplaatst ook uit te nodigen voor deze vergadering conform het bepaalde in artikel 18 van de statuten, tijdens welke vergadering zij het overeenkomstig stap (2) gevormde ledenbestand kunnen verzoeken om toelating als lid.

    Aldus samengesteld zal de buitengewone algemene ledenvergadering zich dan kunnen buigen over de agenda.” 

N.B.: bij de PVV is de vereniging PVV opgericht, naar ik begrijp, door dhr. Wilders en de Stichting PVV, de stichting heeft 1 bestuurslid namelijk dhr. Wilders. Of dat een geldige oprichting is betwijfel ik persoonlijk. Ik sluit niet uid dat de Stichting voor alle zekerheid het lidmaatschap direct na oprichting heeft opgezegd zodat er maar 1 lid is. 

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2021:5448

1. De zaak in het kort

[eiser] vordert in deze procedure – kort weergegeven – dat [gedaagde] stopt met het zich uitgeven als bestuurder of zelfs als lid van de politieke vereniging Forza! Nederland (hierna: Forza!), het gebruik van sociale media van Forza! en van de naam ‘Forza!’ staakt en dat hij toegangscodes en wachtwoorden van sociale media accounts en alle financiële bescheiden en bezittingen van Forza! afgeeft aan het nieuwe bestuur van Forza! Daarnaast vordert [eiser] dat [gedaagde] meewerkt aan zijn uitschrijving als bestuurder van Forza! uit het handelsregister bij de Kamer van Koophandel en aan inschrijving van hemzelf als bestuurder. Volgens [eiser] is [gedaagde] op de buitengewone algemene ledenvergadering van Forza!van 7 april 2021 ontslagen als bestuurder en is [eiser] tijdens die vergadering benoemd als de voorzitter van het eveneens tijdens die vergadering nieuw benoemde bestuur. Volgens [eiser] blijft [gedaagde] zich ten onrechte gedragen als voorzitter van het bestuur van Forza! en weigert hij zijn medewerking te verlenen zijn uitschrijving als bestuurder en aan inschrijving van het nieuwe bestuur bij de Kamer van Koophandel. De voorzieningenrechter verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn vorderingen, omdat deze vorderingen slechts toekomen aan Forza! en niet aan [eiser] als privé persoon.

Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat de buitengewone algemene ledenvergadering van 7 april 2021 niet op een rechtsgeldige wijze is bijeengeroepen, wat tot gevolg heeft dat de op die vergadering genomen besluiten moeten worden geacht niet te bestaan. De voorzieningenrechter doet partijen ten slotte een voorstel om uit de impasse te komen.

2De procedure

2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de dagvaarding met producties 1 t/m 13

  • de brief van mr. Bitter van 7 juni 2021 met producties 1 t/m 14

  • het e-mailbericht van mr. Bitter van 9 juni 2021 met de aanvullende productie 15

  • de mondelinge behandeling

  • de pleitnota van [eiser]

  • de pleitnota van [gedaagde] .

2.2.

Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 10 juni 2021 zijn verschenen:

  • [eiser] , bijgestaan door mr. Middendorf,

  • [gedaagde] , bijgestaan door mr. Bitter,

  • [A] , [B] , [C]

  • Y. Bakker van NH Nieuws

2.3.

Ten slotte is vonnis bepaald.

3De feiten

3.1.

Naar aanleiding van een besluit daartoe van de algemene ledenvergadering zijn op 8 december 2005 de statuten van de vereniging ‘Politieke Vereniging Forza! Nederland’, gevestigd te Amsterdam (hierna: Forza!) vastgelegd (hierna: de statuten). Tot die tijd was Forza! een informele vereniging, waarvan [eiser] de voorzitter was. In de statuten is – voor zover in dit geding van belang – het volgende bepaald:

DOEL

Artikel 2

  1. De vereniging heeft ten doel: de burgers van Nederland intensief te betrekken bij en te laten participeren in allerhande vormen van openbaar bestuur en maatschappelijke organisaties, kortom: het land terug te geven aan de mensen in het land. Terugkeer naar de menselijke maat is daartoe een noodzakelijke voorwaarde.

  2. De vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door:

a. de inwoners van Nederland regelmatig haar opvattingen en gedachten onder de aandacht te brengen;

b. (…)

c. het bevorderen en ondersteunen van de verkiezing van kandidaten voor het lidmaatschap van gemeenteraden, gesteld door lokale partijen;.

d. het vastleggen van haar concrete doelstellingen in het verkiezingsprogramma;

e. het houden van ledenvergaderingen;

f. (…)

LEDEN

Artikel 3

  1. Lid van vereniging kunnen slechts zijn natuurlijke personen van achttien (18) jaar en ouder, die woonachtig zijn in Nederland.

  2. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. Van een adreswijziging geeft het lid terstond kennis aan het bestuur. Alle voor het lid bestemde kennisgevingen kunnen geschieden aan het door hem opgegeven adres.

  3. Het bestuur beslist over de toelating van een lid op dienst schriftelijke aanvrage bij het bestuur.

  4. Bij niet-toelating kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

  5. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet vatbaar voor overdracht of overgang.

EINDE LIDMAATSCHAP

Artikel 4

1. Het lidmaatschap eindigt:

a. door de dood van het lid;

b. door opzegging door het lid;

c. door opzegging door de vereniging. Deze kan geschieden indien een lid heeft opgehouden te voldoen aan het lidmaatschapsvereiste, vermeld in artikel 3 lid 1, indien een lid bij onherroepelijk geworden gerechtelijke uitspraak in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft gekregen, of anderszins het vrije beheer over zijn vermogen heeft verloren, enige verplichting jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;

d. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

(…)

BESTUUR

Artikel 7

  1. De vereniging wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit ten minste drie natuurlijke personen, Het aantal bestuursleden wordt met inachtneming van het in de vorige zin gestelde door de algemene vergadering vastgesteld. De benoeming van de bestuursleden geschiedt door de algemene vergadering uit de leden.

  2. Elk bestuurslid kan te alle tijde worden geschorst of ontslagen door de algemene vergadering. Een schorsing eindigt indien niet binnen drie maanden daarna tot ontslag is besloten. Ter zake van schorsing of ontslag besluit de algemene vergadering met een meerderheid van twee/derde (2/3e) van de uitgebrachte stemmen.

  3. Een niet voltallig bestuur blijft, zolang niet in de vacature(s) is voorzien, bevoegd. Het bestuur is alsdan gehouden zo spoedig mogelijk maatregelen te treffen waardoor in de vacature(s) kan worden voorzien.

Artikel 8

  1. Het bestuur kent tenminste een voorzitter, secretaris en penningmeester en verdeelt zijn functies onderling. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden.

  2. Ieder bestuurslid heeft zitting voor een tijd van maximaal zes (6) jaar, doch is ter stond herkiesbaar. De leden van het bestuur treden periodiek af, volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een wijziging in het rooster van aftreden kan niet meebrengen dat een zittend bestuurslid tegen zijn wil defungeert voordat de termijn waarvoor hij benoemd is, is verstreken. Degene die tussentijds ter voorziening in een vacature wordt gekozen, neemt op het rooster van aftreden de plaats in van zijn voorganger.

(…)

ALGEMENE VERGADERING

Artikel 14

(…)

3. Voorts is het bestuur verplicht op schriftelijk verzoek van een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht, tot bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na de indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan door oproeping op de wijze zoals in de statuten bepaald of bij advertentie in tenminste één ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding der vergadering en het opstellen der notulen.

(…)

BIJEENROEPEN ALGEMENE VERGADERING

Artikel 18

  1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt door publicatie in ten minste twee (2) Landelijk verschijnende dagbladen. De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste zeven (7) dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.

  2. Bij oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het hierna omtrent statutenwijziging bepaalde.

(…)

3.2.

Tijdens de buitengewone algemene ledenvergadering van Forza! van 24 november 2014 is, blijkens de notulen die van die vergadering zijn opgemaakt, onder meer het navolgende voorstel besproken. Dit voorstel is vervolgens in formele zin niet concreet met besluiten opgevolgd.

(…)

7. Wat verder ter tafel komt

[eiser] doet het voorstel aan de vergadering om de vereniging om te zetten naar een stichting. Pim Fortuijn was ook geen voorstander van politieke verenigingen. Slechts 2% van de stemmers is lid van een politieke vereniging. De burgers worden hierdoor bij het bepalen van beleid en visie buitenspel gezet. De gekozen partij moet zijn oor hangen naar de burgers en niet naar de leden. Echter om mee te kunnen doen aan verkiezingen, is een vereniging nodig. Als kleine vereniging zijn we echter erg kwetsbaar gebleken. Het is nu niet de eerste keer dat een kleine groep mensen de vereniging over wilden nemen. Stel dat er 30 leden bijkomen, kunnen deze in een keer de vereniging overnemen.

[eiser] stelt voor dat de vereniging blijft bestaan met alleen een bestuur, die gelijk is aan de fractie en dat daarnaast een stichting met donateurs (kleine bijdrage) waarmee de fractie intensief samenwerkt. Op welke wijze moet binnen drie maanden worden uitgewerkt.

[D] vult aan met een voorbeeld van de VVD in Heemskerk. Door het landelijk bestuur van de VVD is besloten om deze fractie niet te laten deelnemen aan de verkiezingen. Forza! heeft geen landelijk bestuur, die deze beslissingen kan nemen.

Dit voorstel heeft niet alleen effect voor Forza! Haarlemmermeer, maar ook andere fracties. Alleen fractieleden en fractieassistenten kunnen dan lid worden van de vereniging. [eiser] geeft aan dit gedonder niet meer te willen hebben. De nieuwe structuur is een duidelijke structuur, welke goed werkt. Hij is echter wel minder democratisch.

Het voorstel wordt aan de algemene ledenvergadering voorgelegd, waarbij aangegeven wordt dat er binnen 3 maanden een concreet voorstel voor de samenwerking zal komen. Het voorstel wordt met 22 stemmen voor aangenomen.

(…)

3.3.

[gedaagde] heeft een verklaring overgelegd van [E] , fractielid van Forza! van 2 mei 2021, waarin hij – voor zover van belang – het volgende opmerkt over de gang van zaken binnen de vereniging na de buitengewone algemene ledenvergadering van Forza! van 24 november 2014:

“In 2015 werd ik aangesteld als fractiemedewerker van de partij. Ik kreeg o.a. in die werkzaamheden toegang tot de toenmalige website om die bij te houden en berichten te plaatsen. Een van de eerste dingen die eraf moesten van [eiser] was het kopje “Lid worden” op de header van de website en in het hoofdmenu. Dit kon immers niet meer. Het was een pagina met een digitale invulstrook waar iemand zich kon aanmelden als lid van de partij. Door het afschaffen kon aanmelden als lid toen niet meer. Tijdelijk heb ik ook een “Doneer via PayPal” knop op de website geplaatst zodat geïnteresseerden wel konden doneren mochten ze dat willen, omdat er geen inkomsten meer binnen kwamen via ledencontributie. Hier is tussen 2015 en 2020 eenmalig gebruik van gemaakt door een bezoeker die een bedrag van € 100 doneerde in 2019.

Het probleem dat veelal door [eiser] in de jaren daarna werd verteld is dat we een arme partij waren doordat we zonder leden door het leven gingen. Bij bijeenkomsten met andere Forza! fracties (Castricum, IJmond en het toenmalige Nissewaard) die graag weer leden zouden willen omdat hun raadsvergoedingen erg laag waren in tegenstelling tot wat de fractie Haarlemmermeer als raadsvergoeding ontving, verklaarde [eiser] dat dit niet kon en dat hij geen leden meer wilde, omdat in zijn woorden “die zouden mijn partij willen kapen en dat heb ik teveel meegemaakt. Zo voorkomen we dit want ik wil geen gedoe meer”. Ook tijdens gesprekken met kandidaat-raadsleden voor de gemeenteraadsverkiezingen van november 2018 in Haarlemmermeer werd door [eiser] bevestigd dat Forza! geen leden had. Als je als raadslid gekozen zou worden moest je maandelijks een bedrag betalen vanuit je raadsvergoeding (€ 50,- per maand) omdat er anders voor de volgende verkiezingen of eventuele tussentijdse bijeenkomsten geen geld meer zou zijn. De reden was hetzelfde: geen ledencontributie.

Ook werd er verwacht van de top-10 op de kandidatenlijst dat zij een bepaald bedrag zouden betalen voor de campagnekas, afhankelijk van hun plaats op de lijst. Er was immers geen geld op de partijrekening. Dezelfde reden: we hebben geen leden die jaarlijks een bedrag betalen.

[eiser] heeft dus meerdere keren verklaard dat wij partij zonder leden zijn, net als de PVV. Bij Forza! kan je geen lid worden omdat we niet met leden werken. Dit is altijd het uitgangspunt van [eiser] geweest en zo heb ik dit ook altijd doorverteld aan andere. Dit was het uitgangspunt en algemeen bekend en geaccepteerd. Ook door andere fractiegenoten en andere Forza! fracties.

(…)

3.4.

Op 11 februari 2020 heeft [eiser] [gedaagde] ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel (hierna: het handelsregister) als (mede)bestuurder.

3.5.

[eiser] heeft [gedaagde] per 25 september 2020 uitgeschreven als bestuurslid van Forza! uit het handelsregister en de heren [F] en [G] ingeschreven als nieuwe bestuursleden. [gedaagde] heeft hiertegen bezwaar gemaakt, welk bezwaar op 7 januari 2021 gegrond is verklaard door de Kamer van Koophandel (hierna: KVK) omdat er aan de uit- en inschrijving geen besluiten van de ledenvergadering van Forza! ten grondslag lagen. [eiser] heeft hiertegen beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Op dat beroep is nog niet beslist.

3.6.

Op 24 november 2020 is de statutaire bestuurstermijn (zes jaar) van [eiser] verstreken (artikel 8 lid 2 van de statuten).

3.7.

Op 9 januari 2021 heeft [eiser] opnieuw een poging gedaan om [gedaagde] uit te schrijven uit het handelsregister als bestuurder van Forza!, dimaal met inschrijving van mevrouw [A] als opvolgend bestuurslid per 1 januari 2021. Deze opgaven zijn op 10 januari 2021 geregistreerd. Ook hiertegen is door [gedaagde] op 12 januari 2021 bezwaar gemaakt. [gedaagde] heeft daarnaast op 12 januari 2021 de fractie van Forza! in Haarlemmermeer laten weten dat [eiser] feitelijk geen bestuurder meer was omdat zijn bestuurstermijn van 6 jaar was verstreken zonder dat hij opnieuw is benoemd.

3.8.

Dit bezwaar is bij besluit van de KVK van 2 maart 2021 gegrond is verklaard.

De KVK heeft de registratie in het handelsregister weer aangepast naar de situatie van vóór september 2020, in welke situatie [eiser] en [gedaagde] als enig bestuurders van de vereniging ingeschreven stonden. De KVK heeft daarbij, voor zover van belang, het volgende overwogen:

In de statuten van de vereniging staan de toepasselijke bepalingen:

Besluiten tot ontzetting uit het lidmaatschap dienen door het gezamenlijk bestuur te worden genomen (artikel 4 lid 6 en artikel 9).

Bestuursleden worden benoemd door de algemene ledenvergadering met meerderheid van stemmen en worden ontslagen door de algemene ledenvergadering met een meerderheid van 2/3 van de stemmen (artikel 7).

Besluiten tot oproeping van een algemene ledenvergadering, dienen door het gezamenlijk bestuur te worden genomen met in achtneming van de oproepingsvereisten (artikel 9, artikel 14 lid 3 en 4, artikel 18).

Ten aanzien van de bestuurswisseling (concreet in onderhavige kwestie: de uittreding van appellant als bestuurder en de toetreding van mevrouw [A] per 1 januari 2021) is in de heroverweging door de Kamer, niet duidelijk dat duidelijk sprake is van een eigen ontslagname, noch van een ontslagbesluit door de vereniging, noch van een benoemingsbesluit door de vereniging en dat de daarvoor geldende bepalingen zijn nageleefd.

De vereniging kent twee in functie zijnde bestuurders: appellant en belanghebbende.

Er bestaat tussen appellant en belanghebbende, mede aangezien enkel zij beiden het gezamenlijk bestuur vormen, een patstelling.

Daardoor is er van gezamenlijk besluiten door het bestuur zoals hiervoor bedoeld, geen sprake.

Daarbij geldt dat niet is gebleken, als al sprake kan zijn van een (besluit tot) ontzetting uit het lidmaatschap van appellant, dat die ontzetting door het (collegiale) bestuur is gedaan.

Tevens geldt dat niet is gebleken, als al sprake kan zijn van een algemene ledenvergadering, dat de oproeping voor algemene ledenvergadering(en) door het (collegiale) bestuur is gedaan.

Een algemene ledenvergadering waaraan geen geldig besluit tot bijeenroeping ten grondslag ligt, is geen geldige vergadering en besluiten genomen in een dergelijke vergadering zijn nietig. Tenslotte is onduidelijk of de vereniging (buiten appellant en belanghebbende) wel of geen leden heeft.

In behandeling van het ‘eerdere’ bezwaar is door beide partijen gesteld dat de vereniging geen andere leden kent dan appellant en belanghebbende. In behandeling van onderhavig bezwaar wordt nu door belanghebbende gesteld dat de vereniging wel leden kent en een ledenadministratie zou hebben. De vereniging zou haar leden zoals die bestonden in 2014 immer (grotendeels) hebben behouden. Zonder daar overigens bewijs van te overleggen.

De Kamer wenst daarover het volgende te vermelden:

Mocht al van een ledenadministratie sprake zijn, dan is, mede gezien de huidige situatie (de patstelling en vete tussen appellant en belanghebbende), niet vast te stellen of dat de huidige leden zijn en daarmee de leden ten tijde van de mogelijke bijeenroeping(en) en het houden van de algemene ledenvergadering(en). Die vaststelling is overigens ook niet aan de Kamer.

De Kamer kan daardoor niet vaststellen of de vereniging al dan niet leden heeft, wie al dan niet lid is, en daarmee of rechtsgeldige besluitvorming door een algemene ledenvergadering heeft plaatsgevonden of kan plaatsvinden.

Gelet op het bezwaarschrift, de overgelegde stukken en de van toepassing zijnde wettelijke en statutaire bepalingen en gezien het vorenstaande, heeft de Kamer na heroverweging van haar besluit in primo, daarom gerede twijfel over de juistheid van de huidige inschrijving.

3.9.

[eiser] heeft voor 9 februari 2021 een bijzondere algemene ledenvergadering bijeengeroepen. Tijdens die (online)vergadering, waaraan 5 personen (waaronder [eiser] ) deelnamen en waardoor 8 machtigingsformulieren waren ingediend, is [eiser] weer benoemd als voorzitter, [A] als penningmeester en [H] als bestuurslid.

3.10.

Om discussies over de rechtsgeldigheid van de hiervoor genoemde bijzondere algemene ledenvergadering te voorkomen hebben in totaal 9 personen, waaronder [eiser] , alle onder de vermelding lid te zijn van Forza!, het bestuur van Forza! ( [gedaagde] ) bij brief van 5 maart 2021 verzocht om op grond van artikel 14 lid 4 van de statuten binnen vier weken een buitengewone algemene ledenvergadering te houden. Als agendapunten voor de vergadering worden in het verzoek voorgesteld:

  • de positie van het bestuur dat als eerste verantwoordelijk gehouden kan worden voor het uitblijven van een algemene vergadering, het niet of onvoldoende informeren van de leden en betrekken bij verenigingsactiviteiten conform artikel 2 van de statuten.

  • Schorsing en ontslag van dhr. [gedaagde] (voor zover hij bestuurder is);

  • Herbenoeming van de heer [eiser] als voorzitter;

  • De invulling van vacatures in het bestuur

  • De (on)wenselijkheid van zitting in het bestuur door fractieleden en/of medewerk(st)ers.

3.11.

Bij e-mailbericht van 10 maart 2021 heeft [gedaagde] aangegeven geen gehoor te zullen geven aan bovengenoemde oproep. [gedaagde] heeft daarbij opgemerkt dat aan Forza! sinds 24 november 2014 nog slechts bestond uit het bestuur, dat de bestuurstermijn van [eiser] inmiddels is verstreken en dat [eiser] niet is herkozen, dat hij op de lijst met leden die verzoeken op om een ledenvergadering te houden slechts één persoon terugvindt die ooit contributie heeft betaald en dat alle andere personen op die lijst onbekend zijn bij Forza!. [gedaagde] heeft de initiatiefnemers achter de brief van 5 maart 2021 ten slotte verzocht om, voor zover zij menen lid te zijn van Forza!, dit aan te tonen door het overleggen van een lidmaatschapspas.

3.12.

De personen die onder 3.10 zijn genoemd, zijn vervolgens zelf overgegaan tot het bijeenroepen van een buitengewone algemene ledenvergadering. Daartoe hebben zij onderstaande advertentie geplaatst in een plaatselijke krant van 24 maart 2021:

3.13.

Op 7 april 2021 heeft de aldus “uitgeschreven” buitengewone algemene ledenvergadering -online- plaatsgevonden. Tijdens die vergadering waren acht personen aanwezig en is besloten tot ontslag van [gedaagde] als bestuurder, tot ontzetting van [gedaagde] uit het lidmaatschap van Forza! en tot de benoeming van [eiser] , [A] en [C] tot bestuurders van Forza!.

3.14.

Bij brief van 16 april 2021 is [gedaagde] door mr. Middendorf, namens [eiser] , [A] en [C] , zowel in privé als in hun (gesteldelijke) hoedanigheid van bestuurders van Forza, gesommeerd om uiterlijk op dinsdag 20 april 2021 te bevestigen dat hij met onmiddellijke ingang:

  1. zich niet langer openbaar of in private correspondentie als bestuurder of zelfs als lid van de Politieke vereniging Forza! Nederland zal manifesteren;

  2. toegangscodes, wachtwoorden, et cetera, van social media accounts (…) websites, generieke e-mailaccounts als bestuur@forza.nu, penningmeester@forza.nu, voorzitter@forza.nu en van overeenstemmende forzahaarlemmermeer.nl accounts aan het rechtmatige bestuur ter hand te stellen en zich verder zal onthouden van meldingen op deze, aan de vereniging toebehorende media of accounts.

  3. het gebruik van de naam Forza! in de gemeenteraad van Haarlemmermeer zal staken. (…)

  4. Alle financiële bescheiden en andere bezittingen van de vereniging die hij onder zich heeft aan het nieuw benoemde bestuur zal overhandigen.

3.15.

[gedaagde] heeft aan die sommatie geen gehoor gegeven.

4Het geschil

4.1.

[eiser] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen:

  1. Zich niet langer openbaar of in private correspondentie als bestuurder of zelfs als lid van de Politieke Vereniging Forza! Nederland te manifesteren;

  2. Toegangscodes, wachtwoorden et cetera, van social media accounts (waaronder, maar niet beperkt tot, de Facebook pagina, Twitter en Instagram accounts), websites, generieke email accounts als bestuur@forza.nu, penningmeester@forza.nu, voorzitter@forza.nu en van overeenstemmende forzahaarlemmermeer.nl accounts aan het rechtmatige bestuur ter hand te stellen en zich verder te onthouden van meldingen op deze, aan de vereniging toebehorende media of accounts.

  3. Het gebruik van de naam Forza! in de gemeenteraad van Haarlemmermeer te staken.

  4. Alle financiële bescheiden en andere bezittingen van de vereniging die hij onder zich heeft aan het nieuw benoemde bestuur te overhandigen.

  5. Binnen drie dagen na het te wijzen vonnis mee te werken aan uitschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel van zichzelf als bestuurder van Forza! en mee te werken aan de inschrijving van [eiser] als bestuurder van Forza!,

Alles op straffe van en dwangsom van € 1.000 per dag of gedeelte van de dag dat [gedaagde] verzuimt hieraan te voldoen.

4.2.

[eiser] legt – samengevat – het volgende aan zijn vordering ten grondslag.

[gedaagde] is op de buitengewone algemene ledenvergadering van Forza! van 7 april 2021 ontslagen als bestuurder van Forza! [eiser] is op die vergadering opnieuw benoemd als voorzitter van het bestuur. Ten onrechte weigert [gedaagde] zijn medewerking te verlenen aan de inschrijving hiervan in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel en blijft hij zich gedragen als bestuurslid/voorzitter van Forza!

4.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5De beoordeling

spoedeisend belang

5.1.

Voldoende is gebleken dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen. Deze spoedeisendheid vloeit namelijk voort uit de aard van de vordering.

ontvankelijkheid

5.2.

[gedaagde] heeft als meest verstrekkende verweer gevoerd dat de vorderingen die door [eiser] zijn ingesteld hem niet toekomen nu hij de hoedanigheid of bevoegdheid mist om deze in te stellen. Ook is hij niet aan te merken als belanghebbende. De vorderingen komen slechts toe aan Forza!

5.3.

Dat verweer slaagt. De vorderingen zoals weergegeven onder 4.1 sub 1 t/m 3 zijn gebaseerd op de opvatting dat [eiser] rechten kan doen gelden ten aanzien de naam Forza! Gesteld noch gebleken is dat [eiser] in privé, namens wie de vorderingen zijn ingesteld, krachtens enig recht van intellectuele eigendom rechten kan doen gelden op de aanduiding Forza! Forza! is de in de wandelgangen gebruikte verkorte aanduiding van de Politieke Vereniging Forza! Nederland. Rechten op die aanduiding komen alleen die vereniging toe. Dat [eiser] die naam wellicht heeft bedacht of een van de oprichters is of, naar hij stelt, op dit moment de “enige echte voorzitter is” maakt dit niet anders.

Ook voor de vorderingen onder 4.1 sub 4 en 5 geldt dat deze slechts door Forza! zelf kunnen worden ingesteld. De rechtbank zal [eiser] daarom in zijn vorderingen niet-ontvankelijk verklaren.

ten overvloede

5.4.

Ter voorkoming van verdere geschillen en procedures wordt ten overvloede het volgende opgemerkt.

Is Forza! sedert 2014 een vereniging zonder leden?

5.5.

Niet in geschil is dat er in 2014 door “een groep van zeven betrokken leden” een buitengewone algemene ledenvergadering bijeen is geroepen, voorgezeten door [eiser] . Zoals blijkt uit punt 7 van de notulen van die vergadering (zie r.o. 3.2 ) is tijdens die vergadering het voorstel gedaan en aangenomen om de vereniging te laten voorbestaan zonder leden met alleen een bestuur en om daarnaast een stichting op te richten voor donateurs. Een en ander zou binnen drie maanden moeten worden uitgewerkt.

5.6.

[gedaagde] heeft doen betogen dat dit voorstel is aangenomen door de ledenvergadering en dat Forza! sindsdien dan ook door het leven gaat met eerst drie en later twee leden, die tevens het bestuur vormen, en dat de Forza! in de praktijk ook dienovereenkomstig heeft gefunctioneerd. De voorzieningenrechter volgt [gedaagde] niet in dit standpunt, nu deze opvatting op fundamenteel niveau in strijd is met de statuten van forza!, meer in het bijzonder met de statutaire doelstelling van Forza! Zoals die in artikel 2 van haar statuten is omschreven. Deze omschrijving veronderstelt een levende politieke vereniging met een institutioneel verankerde mogelijkheid voor intern debat. Daarbij past niet het buiten de deur houden van leden uit angst dat het zittende bestuur door een meerderheid van die leden wordt weggestemd.

Bovendien is in artikel 3 van de statuten voorzien dat in Nederland woonachtige natuurlijke personen van 18 jaar en ouder schriftelijk om toelating als lid kunnen verzoeken en dat de verzoeker na niet-toelating door het bestuur zich kan richten tot de algemene ledenvergadering, die alsnog tot toelating kan besluiten. Die regeling veronderstelt dat het bestuur en de algemene ledenvergadering niet alleen op papier maar ook daadwerkelijk separate organen zijn.

Tenslotte is uit niets gebleken, dat de op de vergadering in 2014 aanwezige leden in reactie op het besluit hun lidmaatschap hebben opgezegd, dat niet aanwezige leden dat hebben gedaan, of dat het bestuur tot die opzegging heeft aangespoord. Wel is duidelijk dat met name [eiser] in woord en daad praktiseerde dat het leden-loze tijdperk was ingegaan. Statuten laten zich evenwel niet op die wijze opzij zetten.

5.7.

Een en ander neemt niet weg dat de praktijk sedert 2014 wel consequenties kan hebben voor de uitvoering van statutaire bepalingen, zoals hierna zal worden uiteengezet.

Zijn de besluiten op de buitengewone algemene ledenvergadering van 7 april 2021 rechtsgeldig te achten?

5.8.

Bij brief van 5 maart 2021 (zie onder 3.10) hebben in totaal 9 personen, die aangeven lid te zijn van Forza!, waaronder [eiser] , het bestuur van Forza! verzocht om op grond van artikel 14 lid 4 van de statuten binnen vier weken een buitengewone algemene ledenvergadering te houden. Teneinde aan te tonen dat er naast de bestuursleden van Forza! ook nog andere leden zijn, zijn twee lijsten overgelegd met 45 respectievelijk 52 namen. Een van die lijsten dateert uit 2014, de andere zou recentelijk zijn opgemaakt.

5.9.

[gedaagde] heeft aangevoerd dat de namen op de lijst uit 2014 niet correspondeerden met de namen van mensen die in dat jaar nog hun contributie hebben betaald. Daarnaast zou er van geen van de op die lijst genoemde personen een verzoek bestaan om lid te mogen worden en zijn er geen notulen te vinden van het bestuur waarin is beslist over hun lidmaatschap. [gedaagde] heeft verder opgemerkt dat van de heer en mevrouw [naam] , die wel worden genoemd op beide lijsten, vast staat dat zij in 2016 hebben gebroken met Forza!, hetgeen zij in 2018 ook nog eens publiekelijk hebben bevestigd. [gedaagde] heeft aangevoerd dat hij daarom niet kon ingaan op het verzoek om een buitengewone ledenvergadering te houden en dat hij de opstellers van de brief heeft verzocht om eerst aan te tonen dat zij lid zijn van Forza!

[gedaagde] heeft daarnaast onder verwijzing nar de sub 3.3. opgenomen verklaring van [E] gewezen op de praktijk binnen de vereniging sinds 2014.

5.10.

[eiser] heeft niet bestreden dat:

  • i) er vanaf 2014 geen ledenadministratie meer is bijgehouden,

  • ii) de faciliteiten die de website van de vereniging bood om lid te worden niet meer bestonden,

  • iii) de overgelegde lijst met namen uit 2014 niet correspondeerde met de personen die in dat jaar nog contributie hebben betaald en

  • iv) er geen notulen van bestuursvergaderingen zijn te vinden waarin is beslist over het lidmaatschap van de personen die hebben opgeroepen tot de buitengewone algemene ledenvergadering van 7 april 2021.

5.11.

Een en ander brengt naar het oordeel van de voorzieningenrechter met zich dat [gedaagde] als voorzitter van Forza! niet anders kon reageren op het verzoek om een buitengewone algemene ledenvergadering te houden dan hij heef gedaan.

Het eigen handelen van [eiser] in de zes jaar dat hij sinds 2014 voorzitter is geweest heeft er aldus toe geleid dat de door artikel 14 lid 4 van de statuten veronderstelde grondslag voor het ordelijk kunnen uitschrijven van een vergadering door de verenigingspraktijk volledig is geërodeerd. Dat heeft ook tot gevolg dat het uitschrijven van de vergadering door [eiser] c.s. zelf niet tot een rechtsgeldige bijeenroeping heeft geleid. Uit niets blijkt immers dat de personen die in het verzoek worden genoemd op 5 maart 2021 lid waren van Forza! Bovendien kan bij gebrek aan een ledenadministratie niet worden vastgesteld of voldaan is aan de eis dat het verzoek voldoende door leden wordt ondersteund. De voorzieningenrechter laat dan nog maar in het midden of, gegeven de historie van de afgelopen 7 jaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid en gezien het bepaalde in artikel 18 van de statuten, voor de oproeping wel kon worden volstaan met de piepkleine advertentie in een lokaal dagblad.

5.12.

Een en ander leidt tot de conclusie dat de buitengewone algemene ledenvergadering van 7 april 2021 niet rechtsgeldig is bijeengeroepen. Aangezien niet eens kan worden vastgesteld dat de personen die aan de beraadslaging hebben deelgenomen lid van Forza! zijn, lijkt non-existentie van de tijdens die vergadering genomen besluiten de meest voor de hand liggende status daarvan.

5.13.

De voorzieningenrechter houdt de betrokkenen tenslotte voor dat het hem voorkomt dat op de volgende wijze uit dit moeras kan worden gekomen.

Partijen kiezen een persoon die goed ingevoerd is in het functioneren van lokale politieke instituties en in wie zij voldoende vertrouwen hebben. Zij vragen die persoon om:

  • aan de hand van een door zowel [eiser] als [gedaagde] aangeleverde lijst van leden/participanten van Forza!, welke leden/participanten in een bijlage zelf aangeven waaruit hun betrokkenheid bestaat of heeft bestaan, een lijst van leden/participanten op te stellen;

  • in overleg met het zittende bestuur een buitengewone vergadering uit te schijven, met als doel een ordelijke herstart, en een voor dat doel geëigende agenda op te stellen. Tot deze vergadering worden alle personen die op de zojuist genoemde lijst zijn geplaatst opgeroepen, teneinde daar te worden toegelaten als lid;

  • personen die niet op die lijst zijn geplaatst ook uit te nodigen voor deze vergadering conform het bepaalde in artikel 18 van de statuten, tijdens welke vergadering zij het overeenkomstig stap (2) gevormde ledenbestand kunnen verzoeken om toelating als lid.

Aldus samengesteld zal de buitengewone algemene ledenvergadering zich dan kunnen buigen over de agenda.

proceskosten

5.14.

[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Die kosten worden tot op heden begroot op:

griffierecht € 667,00

advocaatkosten € 656,00

totaal € 1.323,00

6De beslissing

De voorzieningenrechter

6.1.

verklaart [eiser] niet ontvankelijk in zijn vorderingen,

6.2.

veroordeelt [eiser] in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.323,00,

6.3.

verklaart dit vonnis voor wat betreft de daarin opgenomen kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.