Oud-secretaris moet ledenlijst afgeven

[appellant] [de oud-secretaris] heeft na zijn uittreding aanvankelijk geweigerd om de actuele ledenlijst te verstrekken ondanks herhaalde verzoeken van de voorzitter daartoe en hij heeft aan afgifte bepaalde voorwaarden gesteld. Zo heeft [appellant] in een e-mailbericht van 29 augustus 2024 aan de leden aangegeven dat hij de ledenlijst zal inleveren als er een democratisch gekozen bestuur komt en hem ‘discharge wordt verleend’. Het hof is van oordeel dat [appellant] aan de afgifte van de ledenlijst niet deze voorwaarden had mogen stellen. Van hem had verwacht mogen worden dat hij de door hem bijgewerkte ledenlijst na uittreding als secretaris direct, althans op het eerste verzoek had afgegeven. Ook de omstandigheid dat [persoon A] naar [appellant] stelt reeds de beschikking had over een ledenlijst, maakt dit niet anders aangezien het geen afbreuk doet aan de op [appellant] rustende verplichting om de door hem bijgewerkte ledenlijst over te dragen. Het hof is van oordeel dat [appellant] op juiste gronden als voorlopige voorziening is veroordeeld om de lijst, geactualiseerd tot de datum dat [appellant] is uitgeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel als secretaris van Vereniging Woongaardpark, te verstrekken. Ook acht het hof passend om aan deze veroordeling een dwangsom te koppelen, zij het dat het hof een (eenmalige) dwangsom van € 500,- daarbij voldoende acht mede gelet op het feit dat [appellant] een natuurlijk persoon betreft.

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 8 juli 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:1919