Zoon penningmeester plundert bankrekening

  • ” Vastgesteld wordt dat vanaf december 2018, dus in de periode dat [gedaagde] niet alleen voorzitter maar tevens interim penningsmeester was, grote bedragen [totaal € 149.526,69van de INGbetaalrekening van [hengelvereniging] EHSV zijn afgeschreven door middel van internetbankieren. Die bedragen zijn overgeschreven naar onbekende partijen, zonder dat daar enige titel aan ten grondslag lag. [gedaagde] kan althans geen verklaring geven voor deze afschrijvingen.”
  • “Verder staat vast dat [de zoon van gedaagde, E] via [gedaagde] de inloggegevens van de ING-rekening van EHSV in handen heeft gekregen. Niet gebleken is dat aan anderen dan [gedaagde] inloggegevens van de ING-rekening zijn verstrekt. Bovendien blijkt uit productie 20 van EHSV dat [E] inderdaad inlogde met gebruikmaking van de inloggegevens van zijn vader. Het had dan op de weg van [gedaagde] gelegen om in zijn functie van penningmeester ad interim voldoende toezicht te houden op de verrichtingen van [E] . Dit heeft hij kennelijk niet gedaan. Op die manier is een situatie ontstaan waarin iemand zonder formele bevoegdheden binnen EHSV grote bedragen aan de bankrekening kon onttrekken, zonder dat dit werd ontdekt. [gedaagde] heeft onvoldoende invulling aan zijn bestuurstaak gegeven en als penningmeester ad interim het risico van onregelmatigheden en onttrekkingen niet afdoende onderkend. Hiervan valt hem persoonlijk een ernstig verwijt te maken. Hij heeft onvoldoende maatregelen getroffen om dit risico te voorkomen en de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken. Het verweer van [gedaagde] dat hij zijn zoon volledig vertrouwde en daarom heeft nagelaten hem te controleren, baat hem niet. Hij had immers als bestuurslid en interim penningmeester de belangen van EHSV in acht moeten nemen.”
  • De gedaagde is aansprakelijk op grond van art. 2:9 BW (bestuursaansprakelijkheid)
  • De rechtbank “veroordeelt [gedaagde] om aan EHSV te betalen een bedrag van € 150.417,07 (éénhonderdvijftig duizendvierhonderdzeventien euro en zeven eurocent)”
    • De zoon E is inmiddels failliet verklaard, zo blijkt uit het vonnis.
    • Ook bij dit soort bedragen moet gedaagde wel echt betalen (tenzij de rechter in hoger beroep zou matigen of anders zou oordelen, natuurlijk). Ik ben geen specialist op dit punt, maar schat in dat een evt. koopwoning verkocht zal worden. Ik zou er niet op durven vertrouwen dat er een bestuursaansprakelijkheidsverzekering is, en dat die dekking biedt.