Was de ALV ongeldig (nee)

Rechtbank Rotterdam 30 april 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:5410

[gedaagde] is een vereniging die volkstuinen (met daarop tuinhuisjes) exploiteert. 

De primaire vordering van de leden houdt in dat de rechtbank vaststelt (voor recht verklaart) dat de zich thans bestuursleden noemende personen die de opzeggingsbrieven hebben ondertekend geen bestuursleden kunnen zijn (geworden), omdat zij nimmer tot bestuurslid zijn benoemd. De opzegging door [gedaagde] moet daarom nietig worden geacht, zodat de opzeggingsbrieven van 4 oktober 2023 zonder enig rechtsgevolg zijn gebleven.

de rechtbank [stelt] allereerst vast dat huidige bestuursleden zijn benoemd tijdens de buitengewone algemene ledenvergadering (hierna: BALV) van 8 oktober 2022, bijeengeroepen bij e-mail van 22 september 2022 van [persoon 1] en [persoon 3].

Dat betwisten de leden op zichzelf ook niet, maar zij voeren aan dat die BALV geen rechtsgeldige besluiten kon nemen, allereerst omdat die BALV in strijd met artikel 15 van de statuten niet door het bestuur bijeen was geroepen.

De rechtbank kan de leden daarin niet volgen, omdat blijkens de notulen bij een eerdere algemene ledenvergadering (hierna: ALV) van 3 september 2022 [persoon 1], [persoon 3], [persoon 4] en [eiser 3] zijn gekozen als bestuurslid. Voorts heeft [gedaagde] aangevoerd dat de toenmalige al zittende bestuursleden ([persoon 5], [persoon 6] en [persoon 7]) zelf hun bestuurstaken hebben beëindigd, waarbij zij zich beroept op de door [persoon 5], de voormalige voorzitter, ondertekende verklaring “Overdracht van [persoon 5] in functie van Voorzitter betreft VTV [gedaagde]” van 7 september 2022, waarin onder meer staat: “Ik zal jullie als nieuw bestuur bij de KvK inschrijven en ons uitschrijven”, welke verklaring ook door het nieuwe bestuur is ondertekend. Deze stellingname is door de leden niet meer gemotiveerd weersproken, zodat van de juistheid ervan moet worden uitgegaan. Uit niets blijkt dat [persoon 6] en [persoon 7] zich na genoemde overdracht nog op het standpunt hebben gesteld bestuurslid te zijn gebleven, terwijl zij blijkens de notulen (p. 3) aanwezig waren bij de ALV van 8 oktober 2022.

De conclusie van het voorgaande is dat niet valt in te zien dat de BALV van 8 oktober 2022 onbevoegd bijeen is geroepen. De stelling van [persoon 5] en [persoon 8] dat de bijeenkomst geen oproep of agenda kende, leidt niet tot een ander oordeel, aangezien die stukken bij e-mail van 22 september 2022 aan de leden van [gedaagde] zijn toegemaild. Daarbij zij nog aangetekend dat er op die vergadering 102 personen fysiek zijn verschenen, waarvan blijkens de notulen niemand de rechtsgeldigheid van de vergadering ter discussie heeft willen stellen. Het voorgaande betekent dat de primair gevorderde verklaringen voor recht dat de huidige bestuursleden niet op 3 september 2022 of 8 oktober 2022 rechtmatig bestuurslid zijn geworden en dat de opzeggingen van 4 oktober 2023 om die reden nietig zijn, moet worden afgewezen.

Categorieënalv