Facebookpagina is van vereniging

Van wie is de Facebookpagina van een vereniging? De rechter oordeelt dat die van de vereniging is, niet van het lid dat beheerder is. ” De voorzieningenrechter neemt tot uitgangspunt dat degene die een pagina aanmaakt in beginsel aanspraak kan maken op het beheer van die pagina. […] Aannemelijk is dat de pagina voor [de vereniging] is aangemaakt en niet gesteld of gebleken is dat dit door gedaagde [=het lid] is gebeurd. Vanaf het moment van aanmaken van de pagina in 2014 tot en met 2017 was de rol van beheerder aan een ander (fractie)lid toebedeeld. Gedaagde is pas in 2017, als campagneleider, beheerder van de Facebookpagina geworden en heeft in het kader van het verkiezingsprogramma van de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 de pagina beheerd. […] Het beheer van de Facebookpagina komt naar het oordeel van de voorzieningenrechter toe aan [de vereniging]. Gedaagde is daarom gehouden het beheer en de inlog- en toegangscodes aan haar over te dragen. ” 

ECLI:NL:RBROT:2019:1800

Vonnis in kort geding van 7 maart 2019
in de zaak van
de vereniging
[eiseres] ,
gevestigd te Vlaardingen,
eiseres,
advocaat mr. A.C. Hansen te Rotterdam,
tegen

[gedaagde] ,
wonende te Vlaardingen,
gedaagde,
verschenen in persoon.

De feiten

2.1.

Eiseres is een politieke partij en is vertegenwoordigd in de Raad van de Gemeente Vlaardingen. De voormalige fractievoorzitter van eiseres, [naam 1] , is momenteel wethouder van de Gemeente Vlaardingen. Eiseres is opgericht op 12 december 2013. Gedaagde is in 2014 lid geworden van de partij. Gedaagde heeft namens eiseres een zetel in de Vlaardingse gemeenteraad bezet.
2.2.

Gedaagde hield zich, vanaf 2017, binnen de partij als campagneleider (onder andere) bezig met het beheren en bewerken van de uitingen van de partij in de media.

2.3.

De Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] is in 2014 ten behoeve van eiseres aangemaakt. In 2017 – in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 – heeft gedaagde als campagneleider de Facebookpagina in beheer gekregen en een nieuw logo gemaakt passend binnen de door gedaagde ontworpen nieuwe huisstijl. De Facebookpagina had op dat moment 340 volgers. Onder het beheer van gedaagde is het aantal volgers van [naam Facebookpagina 1] gestegen naar meer dan 2000.
2.4.

In 2018 heeft gedaagde vanuit zijn persoonlijke Facebookaccount de openbare Facebookgroep [naam Facebookgroep] in Vlaardingen aangemaakt ter ondersteuning van de pagina [naam Facebookpagina 1] .
2.5.

Op 20 november 2018 hebben de fractieleden van eiseres gedaagde uit de fractie gezet. Gedaagde heeft mededelingen in het openbaar gedaan, in dan wel uit naam van eiseres, waar eiseres niet achter stond. Gedaagde is daarna als lid van de vereniging geroyeerd.
2.6.

Bij brief van 21 november 2018 heeft eiseres deze besluiten aan gedaagde bevestigd en gedaagde gevraagd om de toegangscodes en de beheersrechten van de Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] en van de Facebookgroep [naam Facebookgroep] in Vlaardingen aan het bestuur van eiseres beschikbaar te stellen.
2.7.

Bij e-mail van 30 november 2018 heeft gedaagde aan eiseres bericht dat hij per diezelfde datum de gegevens van Facebook zou mailen. Gedaagde heeft dit evenwel niet gedaan.
2.8.

Gedaagde heeft daarna volgers van de Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] verwijderd en het aantal volgers van circa 2000 weer teruggebracht naar 340. Gedaagde heeft het e-mailadres behorende bij de Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] veranderd in [e-mailadres] . De naam waaronder de pagina opereert is door gedaagde veranderd in [naam Facebookpagina 2] , wat volgens partijen verwijst naar de voormalige fractievoorzitter. De omslagfoto van de Facebookpagina is veranderd in die zin dat nu een afbeelding van vier poppenkastpoppen te zien zijn.
2.9.

Vanaf 30 november 2018 zijn er op [naam Facebookpagina 1] geen berichten meer geplaatst of activiteiten geweest. Gedaagde is wel actief op de openbare groep [naam Facebookgroep] in Vlaardingen.
2.10.

Gedaagde vormt thans samen met de heer [naam 2] de fractie [naam fractie] en bezet in die hoedanigheid een zetel in de Vlaardingse gemeenteraad.

De beoordeling

Ten aanzien van het spoedeisend belang

4.1.

Het spoedeisende belang vloeit voort uit de aard van de vorderingen.
Ten aanzien van de vorderingen

4.2.

De vraag die partijen verdeeld houdt is aan wie de Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] en de Facebookgroep [naam Facebookgroep] in Vlaardingen toebehoren, in de zin van het daarover beheer hebben. Vooropgesteld wordt dat een vordering in kort geding, waar slechts het treffen van een voorlopige voorziening aan de orde is, slechts toewijsbaar is indien met grote mate van waarschijnlijkheid valt te verwachten dat in een bodemprocedure te vordering zal worden toegewezen. Dit betekent dat de vordering van eiseres alleen dan kan worden toegewezen, indien in voldoende mate aannemelijk wordt dat eiseres ten opzichte van gedaagde betere rechten heeft om de Facebookpagina en de Facebookgroep te beheren.
De Facebookpagina [naam Facebookpagina 1]

4.3.

Een Facebookpagina kan (anders dan een persoonlijk Facebookaccount) door merken, bedrijven en organisaties worden gebruikt om zichtbaar te zijn en in contact te komen met hun doelgroep op Facebook. Facebookgebruikers kunnen een pagina ‘volgen’ waardoor zij een update van deze pagina op hun eigen pagina ontvangen. Zij zijn dan volgers van deze pagina. Een Facebookpagina kan slechts worden aangemaakt vanuit een persoonlijk Facebookaccount en wijziging van de inhoud van de pagina is alleen mogelijk door de beheerder (en door de eventueel door de beheerder aan te wijzen redacteuren). De persoon die de pagina aanmaakt, wordt automatisch de beheerder ervan. Deze beheerder kan zijn functie (rol) overdragen aan een opvolgend beheerder. Wie beheerder is van een pagina is niet (voor iedereen) zichtbaar en de beheerder van de pagina plaatst berichten en updates op de pagina niet uit eigen naam maar uit naam van de pagina. De inhoud van een Facebook-pagina is openbaar. De voorzieningenrechter neemt tot uitgangspunt dat degene die een pagina aanmaakt in beginsel aanspraak kan maken op het beheer van die pagina. Dit kan anders zijn indien degene die de pagina heeft aangemaakt dat voor of in opdracht van een ander heeft gedaan of wanneer hij moet worden geacht de pagina te hebben overgedragen.
4.4.

Met betrekking tot de Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] is de voorzieningenrechter van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat eiseres als rechthebbende op het beheer van de pagina moet worden aangemerkt en overweegt daartoe als volgt. De Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] (de naam van eiseres) is in 2014 aangemaakt met als doel om eiseres als politieke partij te promoten en om in contact te komen met sympathisanten. Aannemelijk is dat de pagina voor eiseres is aangemaakt en niet gesteld of gebleken is dat dit door gedaagde is gebeurd. Vanaf het moment van aanmaken van de pagina in 2014 tot en met 2017 was de rol van beheerder aan een ander (fractie)lid toebedeeld. Gedaagde is pas in 2017, als campagneleider, beheerder van de Facebookpagina geworden en heeft in het kader van het verkiezingsprogramma van de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 de pagina beheerd. Voldoende aannemelijk is daarom dat gedaagde deze werkzaamheden in opdracht van – of in ieder geval ten behoeve van en/of voor eiseres heeft uitgevoerd. De op de pagina geplaatste berichten en updates zijn door gedaagde als beheerder van de pagina uit naam van eiseres geplaatst, en niet uit zijn eigen naam. Het feit dat gedaagde op dit moment nog steeds beheerder is van de Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] is gelet op het voorgaande onvoldoende om aan te nemen dat hij daarnaast ook rechthebbende op het beheer is van die pagina. Het beheer van de Facebookpagina komt naar het oordeel van de voorzieningenrechter toe aan eiseres. Gedaagde is daarom gehouden het beheer en de inlog- en toegangscodes aan haar over te dragen. Het door gedaagde geclaimde auteursrecht op de op de inhoud van de Facebookpagina staat hieraan niet in de weg. De vraag of eiseres het logo en de verdere inhoud mag gebruiken en of zij daarvoor een vergoeding verschuldigd is, valt buiten het bestek van dit kort geding. Hetzelfde geldt met betrekking tot het door gedaagde geclaimde merkrecht.
4.5.

Het voorgaande betekent dat de vordering van eiseres met betrekking tot de Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] , op de hierna te vermelden wijze en versterkt met een dwangsom, wordt toegewezen. De dwangsom wordt gematigd en gemaximeerd.
De Facebookgroep [naam Facebookgroep] in Vlaardingen

4.6.

Een Facebookgroep is – anders dan de hiervoor besproken Facebookpagina – bedoeld als een soort forum waar mensen met een gemeenschappelijke interesse met elkaar kunnen communiceren. De inhoud van een Facebookgroep kan openbaar zijn, maar deze kan ook besloten zijn. Een Facebookgroep heeft leden. Deze leden kunnen, in tegenstelling tot de volgers van een Facebookpagina, onderling met elkaar communiceren en berichten en foto’s plaatsen binnen de groep. Een Facebookgroep kan net als een Facebookpagina slechts worden aangemaakt vanuit een persoonlijk Facebook-account, waarbij een beheerder wordt aangewezen. De beheerder van een groep is wel zichtbaar voor de leden en de beheerder plaatst berichten vanuit zijn/haar eigen naam binnen de groep. Net als bij de Facebookpagina neemt de voorzieningenrechter tot uitgangspunt dat degene die een groep aanmaakt in beginsel rechthebbende op het beheer is, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat de pagina is gemaakt voor een ander of deze op enig moment aan een ander is overgedragen.
4.7.

De groep [naam Facebookgroep] in Vlaardingen is, kennelijk op eigen initiatief, opgericht door gedaagde en aangemaakt vanuit zijn persoonlijke Facebookaccount. Dit is door eiseres niet weersproken. Gedaagde heeft het beheer van de groep nooit aan iemand anders toegewezen. De activiteiten die binnen de groep [naam Facebookgroep] in Vlaardingen plaatsvinden zijn gericht op de onderlinge communicatie tussen de leden van deze groep, waarvan de naam niet (rechtstreeks) verwijst naar die van eiseres. Voor alle leden is zichtbaar dat gedaagde de beheerder is van deze groep. Gedaagde plaatst de berichten binnen deze groep ook vanuit zijn eigen naam en niet namens eiseres. Eiseres maakt geen gebruik van de groep. Een en ander doet vermoeden dat gedaagde rechthebbende op het beheer van de Facebookgroep is. Eiseres heeft geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht waaruit zou kunnen volgen dat niet gedaagde maar zij rechthebbende is of dat de Facebookgroep desalniettemin aan haar zouden moeten worden overgedragen. Niet is gesteld of gebleken dat gedaagde heeft gehandeld in opdracht van eiseres. De omstandigheid dat de Facebookgroep gebruikt is ter promotie van eiseres tijdens de verkiezingscampagne is onvoldoende om aan te nemen dat zij rechthebbende op het beheer is. Voor de door eiseres gevorderde overdracht ontbreekt dan ook de juridische grondslag. Voor zover eiseres meent dat de Facebookgroep wordt gebruikt wordt voor onrechtmatige uitingen, kan zij daarvoor een voorziening vorderen, hetgeen zij (in deze procedure) niet heeft gedaan.
4.8.

Het voorgaande brengt met zich dat de vordering met betrekking tot de Facebookgroep [naam Facebookgroep] in Vlaardingen wordt afgewezen.
4.9.

Nu partijen over en weer op belangrijke punten in het ongelijk zijn gesteld, ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten te compenseren, in die zin dat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt.

5De beslissing

De voorzieningenrechter:

5.1.

veroordeelt gedaagde om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis en nadat eiseres aan hem heeft meegedeeld aan wie moet worden overgedragen, het beheer en de inlog- en toegangscodes van de Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] aan die persoon over te dragen,