Bestuurders persoonlijk aansprakelijk

Kernpunten

  • In deze zaak zijn de bestuursleden van een huurdersvereniging elk persoonlijk aansprakelijk voor het niet nakomen van een samenwerkingsovereenkomst met de woningbouwcooperatie. De bestuursleden worden elk verooordeeld tot het betalen van € 110.482.
  • De bestuursleden waren ‘niet verschenen’ in de procedure. Ze hadden dus geen verdediging gevoerd. Ze kunnen nog bezwaar maken als kort gezegd de deurwaarder op de stoep staat met het vonnis.
  • Deze uitspraak is een vervolg op deze eerdere uitspraak. In die eerdere uitspraak had de rechter geoordeeld dat “door [de] voorzitter, twee zogeheten verantwoordingsdocumenten zijn vervalst en er gebruik werd gemaakt van twee resultatenrekeningen, een voor intern gebruik en de ander voor extern gebruik. Ook is erkend dat er “zaken buiten de boeken” werden gehouden. “.
  • N.B. niet alleen de voorzitter wordt veroordeeld, maar in wezen alle bestuursleden die niet hadden geschikt met de woningbouwcooperatie.

De beoordeling

2.1.

De procedure zal tegen de verweerders 2, 4, 5 en 6 (door Stichting Viverion in haar

laatste akte aangeduid als verweerders 1 tot en met 4) worden geroyeerd.

2.2.

Door mr. Van Zutphen is in zijn laatste akte betoogd dat uit de

vaststellingsovereenkomst die Stichting Viverion heeft gesloten met verweerders 2, 4, 5 en 6

volgt dat er een “integrale streep” onder de procedure zou worden gezet en jegens alle

verweerders zou worden geroyeerd. De rechtbank volgt dit standpunt niet. In de eerste

plaats geldt dat mr. Van Zundert in deze procedure enkel optreedt namens verweerder sub.

6, [verweerder sub 6]. Gesteld noch gebleken is dat hij in deze procedure bevoegd is de overige

verweerders te vertegenwoordigen. Voorts blijkt uit de overgelegde

vaststellingovereenkomst niet dat verweerders 1, 3 en 7 partij zijn bij die overeenkomst

noch dat de wel bij deze overeenkomst betrokken verweerders die overeenkomst zijn

aangegaan mede namens de verweerders 1, 3 en 7.

2.3.

Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of

ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.

2.4.

Verweerders 1, 3 en 7 zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de

proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Stichting Viverion worden

begroot op:

– griffierecht 3.946,00

– salaris advocaat 5.121,00 (3 punten × tarief € 1.707,00)

Totaal € 9.067,00

3De beslissing

De rechtbank

ten aanzien van verweerders 2, 4, 5 en 6

3.1.

royeert de procedure

ten aanzien van verweerders 1, 3 en 7

3.2.

verklaart voor recht dat de Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1) tekort

is geschoten in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst jegens Stichting Viverion

en uit dien hoofde aansprakelijk is voor de dientengevolge door haar geleden en te lijden

schade;

3.3.

veroordeelt de Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1) tot betaling van

schadevergoeding aan Stichting Viverion ten belope van € 110.482,00, te vermeerderen met

de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot de datum van algehele voldoening;

3.4.

verklaart voor recht dat [verweerder sub 3] (verweerder sub. 3) en

[verweerder sub 7] (verweerder sub. 7) onrechtmatig jegens Stichting Viverion hebben gehandeld

door actieve bijdrage te leveren aan de vervalsing van jaarstukken en

verantwoordingsdocumenten, onbehoorlijke bestuur, het nalaten van controleren

van de boekhouding en het voeren van een dubbele boekhouding en het

onrechtmatig besteden van de financiële bijdragen als gevolg waarvan Stichting Viverion

schade heeft geleden,

3.5.

veroordeelt [verweerder sub 3] (verweerder sub. 3) en [verweerder sub 7]

(verweerder sub. 7) hoofdelijk tot betaling van schadevergoeding aan Stichting Viverion ten

belope van € 110.482,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van

dagvaarding tot de datum van algehele voldoening; met dien verstande dat als de ene partij –

waaronder mede wordt begrepen Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1) – betaalt

de andere daarvan is bevrijd,

3.6.

verklaart voor recht dat Stichting Viverion rechtmatig haar financiële bijdrage voor

het jaar 2018 heeft opgeschort overeenkomstig artikel 11 lid 14 van de

samenwerkingsovereenkomst,

3.7.

veroordeelt Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1), [verweerder sub 3]

(verweerder sub. 3) en [verweerder sub 7] (verweerder sub. 7) hoofdelijk om de

kosten van het onderzoek van [naam 1] te voldoen aan Stichting Viverion op grond van

artikel 6:96 lid 2 sub b BW, een bedrag groot € 17.609,71, vermeerderd met de wettelijke

rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele betaling;

3.8.

veroordeelt Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1), [verweerder sub 3]

(verweerder sub. 3) en [verweerder sub 7] (verweerder sub. 7) hoofdelijk in de

proceskosten, aan de zijde van Stichting Viverion tot op heden begroot op € 9.067,00,

vermeerderd met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat,

te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1),

[verweerder sub 3] (verweerder sub. 3) en [verweerder sub 7] (verweerder sub. 7)

niet binnen 7 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens

betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris

advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de

wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de achtste dag

na dagtekening van dit vonnis,

3.9.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van de

verklaringen voor recht zoals uitgesproken bij de overwegingen 3.2., 3.4. en 3.6.,

3.10.

wijst het meer of anders gevorderde af.